Frysk-Dúst English-Blackgrass Français-Vulpin des champs Deutsch-Acker-Fuchsschwanzgras Synoniemen Familie-Poaceae (Grassenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Duist kan te maken hebben met de kleur van de bloeistengel (duister-zwartgrijs). Dost(e) betekent bloemtros of stuifmeel. Alopecurus komt van het Griekse alopex (vos) en oura ofouros (staart), vanwege de vorm van de aar. Myosuroides verwijst naar Myosurus (Muizenstaart). De bloeiwijze lijkt op de staart van een muis. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Eenjarig. Plantvorm-Therofyt. Hoofdbloei-Mei t/m juli. Afmeting-20-80 cm.
Wortels
Stengels
Bladeren-Het tongetje is afgeknot en getand.
Bloemen-Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 2-12 cm lange en 3-6 mm brede bloeiwijze is bleek en aan de zonnige kant vaak paars aangelopen. De aar is naar boven zeer geleidelijk versmald. De aartjes zijn 4½-7 mm en staan met één tot twee bij elkaar aan één zijtakje. De kelkkafjes zijn tot ongeveer halverwege vergroeid. De kiel heeft zeer smalle vleugels en is zeer kort behaard. Het lemma is lang genaald.
Vruchten en zaden-Een graanvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Biotoop Bodem-Zonnige, open plaatsen op vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke, kalkhoudende, compacte grond (zeeklei, rivierklei, leem, löss en mergel). Groeiplaatsen-Wintergraanakkers, koolzaad- en karwijvelden, ruderale plaatsen, storttereinen, plantsoenen, omgewerkte grond, wegranden, braakliggende grond, tussen straatstenen en spoorwegterreinen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Europa. Nederland-Archeofyt. Vrij algemeen.
Vlaanderen-Archeofyt. Vrij algemeen. Wallonië-Archeofyt. Vrij algemeen. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |