Wilde planten in Nederland en België

Duizendknoopfonteinkruid - Potamogeton polygonifolius

Frysk-Readskonkbearzerûch

English-Bog pondweed

Français-Potamot à feuilles de renouée

Deutsch-Knöterich-Laichkraut

Synoniemen

Familie-Potamogetonaceae (Fonteinkruidfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Potamogeton is afgeleid van het Griekse potamos (rivier) en geiton (buurman), m.a.w. een rivierbewoner. Polygonifolius verwijst naar Polygonum (bladen als die van duizendknoop).

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hydrofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m augustus.

Afmeting-30-60 cm.


Jens Kristiansen - cc by-sa 4.0


Dave Holland - cc by-nc 4.0


Terje Høiland - cc by 4.0


Kjetil Harkestad - cc by 4.0

Wortels-Een sterk vertakte, witte of rossige wortelstok met aan de top roodachtige bladknoppen.


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-De dunne stengels (nauwelijks 2 mm dik) zijn niet vertakt. Het is een vormenrijke soort, die zich aanpast aan de waterdiepte en aan snelstromend of stilstaand water.


szymonp - cc by-nc 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Mark Scheepens - cc by-nc-nd 4.0


Christian Fischer - cc by-sa 3.0

Bladeren-De bladeren zijn zeer veranderlijk. De ondergedoken bladeren verdwijnen vaak al snel, maar kunnen ook tijdens de bloei nog aanwezig zijn. De bladschijf wordt tot 2 cm lang en 5 mm breed, is doorschijnend, langwerpig tot smal langwerpig en is aan de voet geleidelijk in een lange (ongeveer 3 cm) steel versmald. Ze hebben een gave rand en meestal een stompe top. Met een duidelijk netwerk van mazen naast de middennerf. De steunblaadjes zijn vliezig met dunne nerven. De drijvende bladeren zijn 2-5 cm (zelden tot 9 cm) lang en tot 3,5 cm breed (één tot twee keer zo lang als breed), min of meer leerachtig, eirond tot langwerpig en niet doorschijnend. Ze hebben een dikke middennerf. De voet is afgeknot of iets hartvormig en de top is vrij stomp. De bladeren hebben een lange bladsteel, die plat is aan de bovenkant. De scheden in de bladoksels zijn meestal niet meer dan 4 cm lang.


Erik-Jan Beenackers - cc by-nc-nd 4.0


Bert Lanjouw - cc by-nc-sa 3.0 nl


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Bloemen-Tweeslachtig. De groenige of bruinachtige bloemen groeien in slanke, vrij losse aren (tot 4 cm) met een lange steel. De stelen zijn dunner dan de stengels en overal even dik.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


raedwulf68 - cc by-nc 4.0


Geert de Lange - cc by-nc-nd 4.0

Vruchten en zaden-Een steenvrucht. De eirond samengedrukte vruchtjes zijn roodbruin, 2 tot 3 mm lang en 0,5 tot 2,5 mm breed en stomp gekield, met zeer kort spitsje. Tweezaadlobbig.


Erik-Jan Beenackers - cc by-nc-nd 3.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of soms licht beschaduwde plaatsen in ondiep, helder, matig voedselarm, soms matig voedselrijk, ondiep, stilstaand tot vrij snel stromend, zwak zuur tot neutraal, kalkarm, zoet (vaak enigszins bruin gekleurd) water met een bodem van zand dat niet of nauwelijks is bedekt door slib, maar ook op een venige bodem. Eveneens op droogvallende plaatsen.

Groeiplaatsen-Beekjes, plassen, venen, sprengen, greppels, bosgreppels, nieuw gegraven plasjes, greppels in zandgebieden, sloten met ijzerhoudend kwelwater, duiplassen, ondiepe heidevennen en brongebieden in heidestreken.

Verspreiding

Wereld-West- Midden- en Zuid-Europa, Newfoundland en Noordwest-Afrika.

Nederland-Inheems. Vrij algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Vrij zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl