Wilde planten in Nederland en België

Pijlkruid - Sagittaria sagittifolia

Frysk-Snoekeblêd

English-Arrowhead

Français-Sagittaire

Deutsch-Pfeilkraut

Synoniemen

Familie-Alismataceae (Waterweegbreefamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Sagittaria komt van het Latijnse sagitta (pijl) en het achtervoegsel arius (-achtig), de bladen lijken op een pijlpunt. Sagittifolia betekent pijlvormige bladen.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hydrofyt of helofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m september.

Afmeting-30-90 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Wortels-Een korte dikke, knolachtige wortelstok met uitlopers.


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


images.cyberfloralouisiana.com - cc0-1.0

Stengels-Een onbehaarde plant. De bladstelen en de lange, rechtopstaande of opstijgende stengels zijn driekantig. De bloemstengel staat eindelings, in de oksel van het bovenste blad. Vaak vormt zich ook een zijstandige stengel. De stengel is onbebladerd en korter dan of even lang als de bladen.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bladeren-In de wortelrozet worden eerst alleen lange, lintvormige bladeren gevormd die onder water blijven. In diep of snel stromend water zijn er alleen maar van deze bladeren (deze worden wel tot 70 cm lang en 1-2 cm breed. Ze zijn bleekgroen). Later ontstaan er ook lang gesteelde bladeren, eerst drijvende, eironde tot langwerpige bladeren, die aan de voet afgerond of min of meer pijlvormig zijn. Tenslotte ontstaan er rechtopstaande bladeren met een boven water uitstekende, diep pijlvormige bladschijf.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bloemen-Eenslachtig. Eenhuizig. De bloemen groeien in trosvormig gerangschikte kransen met meestal drie bloemen, in de oksels van schutbladen. Deze bloemen zijn wit of soms roze, aan de voet paars gevlekt en 2-2,6 cm groot. De bloemen hebben drie blijvende, breed-eironde tot rondachtige, gewelfde, vrij stevige, groene, aan de voet verbonden kelkbladen en drie, afvallende, rondachtige, tot 1½ cm lange, witte kroonbladen, die een purperkleurige nagel hebben. Ze zijn veel langer zijn dan de kelkbladen (twee keer zo lang als de drie groene buitenste bloemdekbladen). De mannelijke bloemen met veel kale, paarse meeldraden (de helmhokken zijn paarsbruin) vind je bovenaan. De helmdraden zijn bijna even lang als de helmknopjes en zijn op de bloembodem ingeplant. De vrouwelijke bloemen zijn iets kleiner en vind je onderin de bloeiwijze. Ze hebben veel bovenstandige vruchtbeginsels met een stijl en stempel (vele, tot een groene kogel samengevoegde stampers). De stelen van de vrouwelijke bloemen zijn ongeveer 1/4 tot 1/3 leer zo lang als die van de mannelijke. De plant bloeit niet in snel stromend water.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. Niet openspringend. De zaden vormen een bolvormig geheel op een halfbolvormige bloembodem. De talrijke, eironde, sterk afgeplatte, gevleugelde vruchten zijn groter dan die van Breed pijlkruid (4-6 mm). De tot 1 mm lange snavel staat aan de top van de vrucht. Eenzaadlobbig.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Anaiptol - cc by-sa 3.0


Stefan Lefnaer - cc by-sa 4.0


Stefan Lefnaer - cc by-sa 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, luwe plaatsen in ondiep, soms wat dieper, matig voedselrijk tot voedselrijk, meestal neutraal (zwak zuur tot kalkhoudend), helder, stilstaand tot zwak stromend, zoet water met een bodem van klei, leem of zand met maar weinig organisch materiaal.

Groeiplaatsen-Sloten, plassen, kanalen, vijvers, grote beken, kleine rivieren, in groter water op plekken die tegen sterke golfslag beschut liggen, zoetwatergetijdengebieden en verlandingsvegetaties.

Verspreiding

Wereld-Gematigde streken in Europa en Azië. In tropisch Azië groeit een andere ondersoort.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.

Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam.

Toepassingen

In Oost-Azië worden de knollen van Pijlkruid wel gegeten. Bij ons wordt de plant als siergewas in vijvers gebruikt.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl