Naamgeving (Etymologie): Een
afzonderlijke bloem lijkt wel wat op een aapje, vandaar de
Nederlandse naam Aapjesorchis. Orchis betekent zaadbal
of testikel. De beide wortelknollen lijken namelijk op
testikels. Simia betekent aap.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De drie
tot vijf grondstandige bladen zijn langwerpig-lancetvormig of
eirond, vrij vlak, glanzend en niet gevlekt. De onderste bladeren staan schuin omhoog. Onderaan groeien
enkele kleine, schedevormige bladen.
Bloemen:
Tweeslachtig. De schutbladen zijn eirond, dunvliezig, groenachtig tot geelachtig wit, 4-6 keer korter dan het vruchtbeginsel, éénnervig, de bovenste zijn stomp. De bloemen vormen een dichte, bolvormige aar.
De bovenste bloemen
komen eerder in bloei dan de onderste. De bloemdekbladen zijn aan de voet vergroeid. De lip is langer dan de bloemdekbladen, driespletig, van boven roze tot bijna wit en met wigvormige voet. De drielobbige, 1,4-1,6 cm
lange bloemen zijn vuilwit of rozeachtig met vrij vage, paarse
vlekjes. De middenlob is tweespletig met een tandje in de
uitgerande top. De zijslippen en de twee lobben van de middenslip
van de lip zijn paarsrood, bijna draadvormig en omgekruld. De
omlaag gerichte spoor is rolrond, 0,5 tot 1/3 keer zo lang als het vruchtbeginsel, iets samengedrukt en stomp of uitgerand. De andere bloemdekbladen staan
omhoog en lijken samen enigszins op een muts. Het vruchtbeginsel is spilvormig. Het zuiltje draagt een kort uitsteeksel van het helmbindsel.
Bodem: Zonnige of soms licht beschuwde plaatsen op droge tot matig vochtige, stikstofarme en matig voedselarme, kalkrijke, maar soms kalkarme grond (löss, leem, mergel en duinzand).
Groeiplaatsen:
Grasland (onbemest kalkgrasland, grazige kalkhellingen en beek- en rivierbegeleidend hooiland), lichte bossen (lichte bossen),
bosranden, struwelen (open plaatsen en struweelranden) en zeeduinen. Vooral in berg- en heuvelgebieden.
Verspreiding
Wereld: Zuidwest-
en West-Europa, het Middellandse-Zeegebied en Zuidwest-Azië.
Noordelijk tot in Nederland en Zuidoost-Engeland.
Nederland: Zeer zeldzaam in Zuid-Limburg. Vroeger ook in de Hollandse
duinen.
Vlaanderen: Zeer
waarschijnlijk verdwenen. Vroeger in de Voerstreek.
Wallonië: Zeer
zeldzaam in het Maasgebied en in La Calestienne.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 23, Jan Kops, F.W. van
Eeden en L.Vuyck (1911
Die Orchidaceen Deutschlands,
Deutsch-Oesterreichs und der Schweiz, M. Schulze (1894)
Orchideen Deutschland, Müller, Walter
Dr. F. Kränzlin (1904)
Pflanzenleben des Schwarzwaldes, Friedrich
Oltmanns (1922)
English Botany, or Coloured Figures of
British Plants, deel 9, J.E. Sowerby (1869)
British entomology, deel 6, J. Curtis
(1823-1840)
Curtis's Botanical Magazine, deel 62, William Jackson Hooker (1835)
Flore illustré de Nice et des
Alpes-maritimes. Iconographie des Orchidées. J.B. Barla (1868)