Wilde planten in Nederland en België

Aarvederkruid - Myriophyllum spicatum

Frysk-Leech fearkrûd

English-Spiked Water-milfoil

Français-Myriophylle en épi

Deutsch-Ähriges Tausendblatt

Synoniemen-Myriophyllum exalbescens

Familie-Haloragaceae (Vederkruidfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Myriophyllum komt van het Griekse myrios (tienduizend) en phyllon (blad), hetgeen slaat op de verdeling van de bladen in vele fijne slippen. Spicatum betekent aardragend.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hydrofyt.

Hoofdbloei-Juli t/m september.

Afmeting-30-250 cm.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


BerndH - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Sébastien Sant - cc by-sa 4.0

Wortels-Een wortelstok. De wortelstokken wortelen op de knopen. Aan de wortelstok zitten winterknoppen die overwinteren.


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


University of Wisconsin - Public Domain


Robert W. Freckman Herbarium - cc by-nc-sa-3.0


Robert W. Freckman Herbarium - cc by-nc-sa-3.0

Stengels-De onder water groeiende, lange, dunne en holle stengels zijn vertakt en meestal roodachtig. De planten zijn soms met een dun laagje kalk bedekt. Op drooggevallen plaatsen vormt Aarvederkruid dwergstengeltjes van een paar centimeter, die niet bloeien.


BerndH - cc by-sa 3.0


Donald Hobern - cc by 2.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Rob Routledge - cc by 3.0

Bladeren-De ondergedoken, veervormige bladen staan meestal in vrij ver uiteenstaande kransen van vier of vijf (soms zes). De bebladering is doorgaans wat regelmatiger dan bij Teer- en Kransvederkruid. Elk blad heeft gewoonlijk zeven tot elf dicht opeenstaande paren van ongeveer tegenoverstaande, vrij slappe bladslippen. De bladeren hebben een gave rand.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Fungus Guy - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bloemen-Polygaam. De bloeiwijze steekt boven water uit. Het zijn rechtopstaande aren (5-15 cm) met meestal meer dan twintig bloemen. Als de bloemen in knop zijn hebben ze nog rode kroonbladen. Alle bloemen groeien in kransen. De bloemen zijn ongeveer 3 mm in doorsnee. De bovenste bloemen zijn mannelijk, de onderste vrouwelijk, in het midden van de aar zijn ze vaak tweeslachtig. De onderste een tot drie kransen hebben geveerde schutbladen, die soms even groot zijn als de gewone bladeren. De hogere kransen hebben zeer korte, ongedeelde schutblaadjes (deze komen niet boven de bloemen uit). De vier kroonbladen van de tweeslachtige en de mannelijke bloemen zijn steenrood en vallen bij het begin van de bloei af. Eerst staan de bloemen in de aar vrij dicht op elkaar, maar al gauw strekt de as van de aar zich. Het vruchtbeginsel is onderstandig en de stempels zijn harig. De acht meeldraden hebben vrij grote helmknoppen. De vrouwelijke bloemen hebben vier stijlen en vier stempels.


Arie van den Bremer - cc by-nc-sa 3.0 nl


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Vrouwelijke bloemen
Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Mannelijke bloemen
Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden-Een vierdelige splitvrucht. De rondachtige steenvruchtjes hebben een geknobbelde wand (fijn wrattig). De vrucht splijt in vieren met in elk een zaadje. De zaden drijven en kunnen zich zo verspreiden. aarvederruid vermeerdert zich echter voornamelijk vegetatief door de wortelstokken en afgebroken stengeldelen. Tweezaadlobbig.


Steve Hurst - USDA-NRCS PLANTS - Public Domain


pierre.legagneux.free.fr.


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige plaatsen in ondiep, matig voedselrijk of meestal voedselrijk, zoet of licht brak, meestal helder, basisch, kalkhoudend, stilstaand of stromend, meestal 0,5 tot 3,5 m diep water met een bodem van zand, leem, zavel, veen of klei met weinig organisch materiaal. Tijdelijk droogvallen wordt goed verdragen.

Groeiplaatsen-Kleisloten, kanalen, poelen, afgravingen, laagveenplassen, spoorsloten en duinplassen.

Verspreiding

Wereld-In alle werelddelen (in Noord-Amerika betreft dit een andere ondersoort), behalve in Australië.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.

Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam.

Toepassingen

Cultuur-aarvederruid is geschikt als vijverplant. Het is een goede zuurstofplant die soms in de winter groen blijft.

Vermeerderen De zaden zijn goed kiemkrachtig maar de plant vermenigvuldigt zich gemakkelijker door de worteluitlopers. De soort kan worden vermeerderd door eindtoppen van ongeveer 20 cm lang te nemen. Deze worden afgesneden boven een knoop en vervolgens weer geplant.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl