|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Akkerhoornbloem - Cerastium arvense
Frysk-Wite spoarblom
English-Field Chickweed
Français-Céraiste des champs
Deutsch-Acker-Hornkraut
Synoniemen
Familie-Caryophyllaceae (Anjerfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Cerastium komt van het Griekse ceras (hoorn), vanwege de als een hoorn uit de kelk stekende vrucht. Arvense betekent op akkers groeiend. Hoornbloem heeft betrekking op de vorm van de doosvrucht. Akker van Akkerhoornbloem is in feite onjuist. De plant is namelijk niet in akkers te vinden. De soortaanduiding arvense kan behalve op bouwland namelijk ook op grasland betrekking hebben.
Kruising-Akkerhoornbloem kan een kruising vormen met Viltige hoornbloem (Cerastium x maureri).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Chamaefyt.
Hoofdbloei-April t/m juli.
Afmeting-5-30 cm.
|
|
|
|
Wortels
|
|
|
|
Stengels-Grote plakkaten vormend (zodevormend). De stengels (en bladen) zijn weinig, kort, afstaand behaard (rechte haren en niet witviltig) of kaal. Met opstijgende bloeistengels (met klierharen). De vegetatieve (niet bloeiende) scheuten liggen uitgespreid en wortelen op de knopen.
|
|
|
|
Bladeren-De tegenoverstaande en kruisgewijs tegenoverstaande, langwerpig-lancetvormige of lijn-lancetvormige bladen zijn vrij sterk behaard, maar niet viltig. Vaak met bosjes bladen in de bladoksels. De bladranden zijn gaaf.
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. Vaak is de bloei uitbundig. De enigszins klokvormige, 1,2-2 cm grote bloemen vormen ijle schermen met vijf tot vijftien bloemen. De vijf diep uitgerande (diep tweelobbige) kroonbladen zijn wit. De kroonbladen zijn twee keer zo lang zijn als de vijf kelkbladen. De kelk en de bloemsteel zijn beklierd. De bloemen hebben vijf stijlen en vijf stempels en tien meeldraden. Het vruchtbeginsel is bovenstandig. De bloeistelen staan in de oksels van blaadjes die van onderen met elkaar zijn vergroeid. De schutbladen hebben vliezige, gewimperde randen.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-De doosvrucht is cylindervormig, 10-14 mm lang en gaat van boven met tien tandjes open. De vrucht komt tot ontwikkeling aan een overhangend steeltje, dat zich opricht wanneer de zaden rijp zijn. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open tot grazige plaatsen op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure tot vaak kalkrijke grond (zand, leem, löss, mergel of zavel).
Groeiplaatsen-Bermen, grasvelden, spoordijken, langs kanalen, dijken, grasland aan de binnenduinrand, in de duinen tussen kruipwilg, rivierduinen, muren, greppelkanten en braakliggende grond.
Verspreiding
Wereld-Gematigde en koele streken.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Vrij algemeen.
Toepassingen
Vermeerderen-Zaaien of scheuren.
Wetenswaardigheden
De bloemen worden wel vaak door insecten bezocht, maar geregeld treedt er geen kruisbestuiving op omdat alle planten op een bepaalde groeiplaats vaak ontstaan zijn via de ongeslachtelijke weg van één moederplant.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl