Frysk-Ikkerferjit-my-net English-Field Forget-me-not Français-Myosotis des champs Deutsch-Ackervergißmeinnicht Synoniemen-Middelst vergeet-mij-nietje, Myosotis intermedia Familie-Boraginaceae (Ruwbladigenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Over de naamgeving van Vergeet-mij-nietje doen vele verhalen de ronde. Hieronder een tweetal. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Eenjarig, soms tweejarig. Plantvorm-Therofyt. Hoofdbloei-Mei t/m november. Afmeting-10-60 cm.
Wortels
Stengels-De rechtopstaande, vrij dicht afstaande tot bijna wollig behaarde stengels zijn aan de voet vertakt. De lengte van de stelen onder de kelken van de uitgebloeide bloemen is twee tot drie keer de lengte van de kelk.
Bladeren-De eerste bladen vormen min of meer een rozet (geen grootbladige bladrozetten). De stengelbladen staan verspreid. Vaak is het blad wat gewelfd en aan de rand omgerold, met name op zonnige plaatsen. De elliptische, onderste bladen vormen een ijl rozet. Ze zijn boven het midden het breedst en vrijwel zittend. De langwerpige stengelbladen zijn spits. De bladen zijn afstaand behaard. De bladranden zijn gaaf.
Bloemen-Tweeslachtig. De schichten zijn niet bebladerd en nemen tegen het eind van de bloei meestal de helft of minder van de hoogte van de plant in. De helder grijsblauwe bloemkroon is 2-5 mm breed, heeft vijf kroonbladen en een schotelvormig verdiepte zoom (de kroonslippen staan iets schuin rechtop, daardoor is de zoom komvormig)). De kelkbladen zijn in de bovenste helft afstaand behaard en in de onderste helft hebben ze haren met een haakvormig uiteinde. Elke bloem heeft vijf, met de kroonbladen vergroeide, meeldraden met hun helmknoppen en de schubben. Ze hebben eveneens vijf kroonbladen en één stijl met één stempel. Het vruchtbeginsel is bovenstandig.
Vruchten en zaden-Een splitvrucht. De stelen van de vruchtkelken in het midden van een schicht staan schuin af, onder een hoek van 45-60°. Ze zijn recht en twee tot drie keer zo lang als de vruchtkelk. De vruchtkelk is bekervormig en ongeveer tot de helft gespleten, met rechtopstaande of iets uiteenwijkende slippen. De in de kelk opgesloten nootjes zijn donker bruin-zwart. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige of half beschaduwde, open plaatsen (pioniervegetatie) op droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, kalkarme tot kalkhoudende, verstoorde grond (zand, leem, zavel, klei en mergel, zelden op veen). Groeiplaatsen-Bermen, zandige dijken, steile hellingen, omgewerkte grond, langs weidesloten, afgravingen, braakliggende grond, drooggevallen zandplaten, duinen, spoorbermen, spoorwegterreinen, plantsoenen, graanakkers (zowel op zandige als op kleiige grond.), tuinen, perken, kapvlakten, open struwelen, bosranden en lichte loofbossen op kalkhoudende grond. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Europa. Nederland-Archeofyt. Algemeen.
Vlaanderen-Archeofyt. Algemeen. Wallonië-Archeofyt. Algemeen. Toepassingen Vermeerderen-Zaaien. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |