Wilde planten in Nederland en België

Akkervergeet-mij-nietje - Myosotis arvensis

Frysk-Ikkerferjit-my-net

English-Field Forget-me-not

Français-Myosotis des champs

Deutsch-Ackervergißmeinnicht

Synoniemen-Middelst vergeet-mij-nietje, Myosotis intermedia

Familie-Boraginaceae (Ruwbladigenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Over de naamgeving van Vergeet-mij-nietje doen vele verhalen de ronde. Hieronder een tweetal.
1. In de Middeleeuwen waren een ridder en zijn geliefde langs een rivier aan het wandelen. Bij het plukken van een bosje bloemen viel hij door de zwaarte van zijn harnas in het water. Vlak voordat hij verdronk gooide hij het bosje bloemen naar zijn geliefde en riep. Vergeet mij niet!.
2. Toen de planten werden geschapen kregen ze van God niet alleen een vorm, een geur en een kleur, maar ook een naam. Onder de nieuwe planten was ook een lief, klein bloemetje met een hemelsblauwe kleur en een prachtig geel hartje.
Onder de indruk van alle gebeurtenissen bij de Schepping keek ze met grote ogen rond hoe alle planten een naam kregen en vergat op te letten. Toen alle planten een naam hadden gekregen, was ze haar eigen naam vergeten.
“Weet jíj hoe ik heet?” vroeg ze aan alle grote en kleine planten, ”ik ben mijn naam vergeten”.
Maar geen enkele plant kon het haar vertellen.
Na lang aarzelen ging ze tenslotte naar de Schepper en zei. “Ik ben een beetje dom, ik ben mijn naam vergeten. Weet u hoe ik heet?” Deze keek haar hoofdschuddend aan en antwoordde slechts met drie woorden. “Vergeet mij niet!”
Beschaamd kroop het plantje weg, tussen het hoge gras. En daar staat ze vandaag de dag nog steeds. Altijd steekt haar blauwe kopje tussen de begroeiing uit. En als iemand vraagt hoe ze heet, antwoordt ze nog altijd beschroomd. Vergeet me niet. En dat is een naam die iedereen kan onthouden, want het vergeet-me-nietje is een plantje dat bijna iedereen van naam kent.
(bron. IVN-site)
Myosotis komt van het Griekse Myos (muis) en het Griekse Otis (oortjes). De zachte beharing van de bloem en de vorm lijken enigszins op een muizenoor. Arvensis betekent op akkers groeiend.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig, soms tweejarig.

Plantvorm-Therofyt.

Hoofdbloei-Mei t/m november.

Afmeting-10-60 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Wortels


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Stengels-De rechtopstaande, vrij dicht afstaande tot bijna wollig behaarde stengels zijn aan de voet vertakt. De lengte van de stelen onder de kelken van de uitgebloeide bloemen is twee tot drie keer de lengte van de kelk.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bladeren-De eerste bladen vormen min of meer een rozet (geen grootbladige bladrozetten). De stengelbladen staan verspreid. Vaak is het blad wat gewelfd en aan de rand omgerold, met name op zonnige plaatsen. De elliptische, onderste bladen vormen een ijl rozet. Ze zijn boven het midden het breedst en vrijwel zittend. De langwerpige stengelbladen zijn spits. De bladen zijn afstaand behaard. De bladranden zijn gaaf.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bloemen-Tweeslachtig. De schichten zijn niet bebladerd en nemen tegen het eind van de bloei meestal de helft of minder van de hoogte van de plant in. De helder grijsblauwe bloemkroon is 2-5 mm breed, heeft vijf kroonbladen en een schotelvormig verdiepte zoom (de kroonslippen staan iets schuin rechtop, daardoor is de zoom komvormig)). De kelkbladen zijn in de bovenste helft afstaand behaard en in de onderste helft hebben ze haren met een haakvormig uiteinde. Elke bloem heeft vijf, met de kroonbladen vergroeide, meeldraden met hun helmknoppen en de schubben. Ze hebben eveneens vijf kroonbladen en één stijl met één stempel. Het vruchtbeginsel is bovenstandig.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Vruchten en zaden-Een splitvrucht. De stelen van de vruchtkelken in het midden van een schicht staan schuin af, onder een hoek van 45-60°. Ze zijn recht en twee tot drie keer zo lang als de vruchtkelk. De vruchtkelk is bekervormig en ongeveer tot de helft gespleten, met rechtopstaande of iets uiteenwijkende slippen. De in de kelk opgesloten nootjes zijn donker bruin-zwart. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of half beschaduwde, open plaatsen (pioniervegetatie) op droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, kalkarme tot kalkhoudende, verstoorde grond (zand, leem, zavel, klei en mergel, zelden op veen).

Groeiplaatsen-Bermen, zandige dijken, steile hellingen, omgewerkte grond, langs weidesloten, afgravingen, braakliggende grond, drooggevallen zandplaten, duinen, spoorbermen, spoorwegterreinen, plantsoenen, graanakkers (zowel op zandige als op kleiige grond.), tuinen, perken, kapvlakten, open struwelen, bosranden en lichte loofbossen op kalkhoudende grond.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit Europa.

Nederland-Archeofyt. Algemeen.

Vlaanderen-Archeofyt. Algemeen.

Wallonië-Archeofyt. Algemeen.

Toepassingen

Vermeerderen-Zaaien.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl