Frysk-Amerikaansk kerskrûd English-Virginia Peppergrass Français-Passerage de Virginie Deutsch-Virginische Kresse Synoniemen-Virginische kruidkers Familie-Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Lepidium komt van het Griekse lepis (schub), hetgeen slaat op de kleine hauwtjes, die wel wat op schubben lijken. Virginicum betekent afkomstig uit Virginië in Noord-Amerika. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Eenjarig. Plantvorm-Therofyt. Hoofdbloei-Mei t/m augustus. Afmeting-15-60 cm.
Wortels
Stengels-De planten zijn reukloos. Bij flink uitgegroeide planten heeft de stengel naar boven toe veel zijtakken Op de stengel en de bloeiwijzetakken zie je slanke, meestal naar boven gebogen (sikkelvormig teruggekromde), aangedrukte, spitse haren.
Bladeren-De onderste bladen zijn liervormig, en vaak kroezig ingesneden (als een andijvieblad). De hoger geplaatste bladen zijn meestal lijn-lancetvormig en scherp gezaagdof getand. De bladrand met sikkelvormig teruggekromde, aangedrukte, spitse haren (borstelharen).
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen hebben witte, meestal buiten de kelk uitstekende kroonbladen (de 1,2-2,5 mm lange kroonbladen zijn dus langer dan de kelkbladen) en hoogstens vier meeldraden.
Vruchten en zaden-De hauwtjes zijn vrijwel rond (2½-4 mm breed) met een hartvormige top-insnijding. De zaden zijn 1,3-1,9 (-2,1) mm lang en 0,7-1 (-1,2) mm breed. Ze zijn duidelijk gevleugeld (aan één zijde breed gerand). De buitenomtrek van de rand is doorschijnend. Het vruchtsteeltje is ongeveer twee keer zo lang als het hauwtje. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige, open plaatsen op droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, iets kalkhoudende en meestal stenige grond (ook op zand en leem). Groeiplaatsen-Open plekken in bermen, omgewerkte grond, braakliggende grond, steile spoordijken, spoorwegterreinen, ruderale plaatsen, industrie- en haventerreinen, parkeerplaatsen, tussen straatstenen en in plantsoenen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Nederland-Ingeburgerd in de 19de eeuw. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Vrij algemeen. Wallonië-Ingeburgerd. Vrij zeldzaam. Wetenswaardigheden De zaden van de Amerikaanse kruidkers werden met graan of graszaad ingevoerd. Daardoor kwam zij vroeger vaak bij molens voor. De jonge bladen kunnen gekookt of vers gegeten worden. De jonge hauwtjes kunnen als vervanging van peper worden gebruikt. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |