Wilde planten in Nederland en België | ||
Amerikaans krentenboompje - Amelanchier lamarckii
Frysk: Krintebeam
English: Juneberry
Français: Amélanchier d'Amérique
Deutsch: Kanadische Felsenbirne
Synoniemen: Amelanchier canadensis, Amelanchier grandiflora, Drents krentenboompje
Familie: Rosaceae (Rozenfamilie)
Naamgeving (Etymologie): De naam krentenboompje is onstaan doordat de bessen vroeger gedroogd werden en in plaats van krenten in gebak werden verwerkt. Amelanchier komt waarschijnlijk van melanthion (zwartbloeiend), hetgeen slaat op de zwarte vruchtjes. Lamarckii is genoemd naar de Franse bioloog de La Marck (1744-1829).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Struik of boom.
Winterknoppen: Fanerofyt.
Bloeimaanden: April en mei.
Afmeting: 2-12 m.
|
|
|
|
Stam: Een struik kan meerdere stammetjes vormen.
|
|
|
|
Takken: De gladde takken zijn lichtbruin tot bruingrijs met weinig lenticellen. Jonge takken zijn behaard.
|
|
|
|
Bladeren: De verspreidstaande bladeren verschijnen tegelijk met de bloemen en zijn eerst bruinachtig of roodachtig (naar de middennerf toe groener). Later worden ze groen. Van onderen zijn ze eerst zijdeachtig behaard, maar later worden ze kaal. Ze zijn ovaal tot langwerpig-omgekeerd eirond, 3-8 cm lang, fijn scherp gezaagden met een spitse of toegespitste top. In de herfst vertonen ze fraaie koperrode kleuren.
|
|
|
|
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen verschijnen tegelijk met de bladeren en groeien in overhangende trossen. Ze hebben een wijd uitstaande kroon met vijf smalle, roomwitte, lijn-lancetvormige,, 1-2 cm lange kroonbladen en eveneens vijf kelkbladen. De drie tot vijf, 2,5-4 mm lange stijlen, met vier stempels, zijn voor 2/3 deel vergroeid. Er zijn veel meeldraden. Het vruchtbeginsel is onderstandig.
|
|
|
|
Vruchten: Een pitvrucht. De bolvormige vruchten (ook wel krenten genoemd) zijn al aan het begin van de zomer rijp. Ze zijn vier- tot tienhokkig en 1 tot soms 1½ cm breed. Eerst zijn ze rood, maar later worden ze paarsblauw. Ze zijn vrij sappig, zoet van smaak en goed eetbaar. De zaden zijn zeer kort levend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig vochtige tot droge, voedselarme, kalkarme, zure grond (zand, leem en veen).
Groeiplaatsen: Bosranden, struwelen, houtwallen, kapvlakten en heide.
vrij vochtige tot droge zanderige bodems in loofbossen en struweelranden.
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit Noord-Amerika, maar daar is de soort niet (meer) bekend. Ingeburgerd in o.a. Noord-Duitsland, Zuid-Engeland, Nederland en België en zeer zeldzaam in noordelijker landen.
Nederland: Vrij algemeen op de zandgronden in het oosten, noordoosten en midden van het land. Elders zeldzamer. Sinds 1870 in Nederland.
Vlaanderen: Vrij algemeen in de Kempen en op de zure zandgronden van het Brugse Houtland. Elders zeldzaam.
Wallonië: Zeldzaam.
Toepassingen
Cultuur: De struiken worden als sierheester toegepast in tuinen en parken. Het hout is zwaar en sterk. Het kernhout is donkerbruin met een rode gloed, het spinthout lichter. Er worden o.a. gereedschapsstelen van gemaakt.
Keuken: De bessen worden wel gedroogd en in plaats van krenten in gebak gebruikt. De bessen worden ook in pudding verwerkt of er wordt jam van gemaakt. Je kunt er ook wijn of sap van maken. De smaak lijkt op die van bosbessen. De vruchten zijn rijk aan vitamine A.
Wetenswaardigheden
Vanuit Zuidoost-Canada is de struik in de 17de eeuw in Europa ingevoerd. Amerikaanse krentenboompje komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, maar de soort is daar niet bekend! Het gaat waarschijnlijk om een zeldzame tussenvorm. Verschillende soorten Krentenboompjes gingen, door kaalkap, in Amerika met elkaar bastaarderen, hierbij is waarschijnlijk Amelanchier lamarckii in Amerika verdwenen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
2001-2021 K.M. Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL