|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Armbloemig look - Allium paradoxum
Frysk-Inkeld lok
English-Few-flowered Garlic
Français-Ail paradoxal
Deutsch-Seltsamer Lauch
Synoniemen
Familie-Amaryllidaceae (Narcisfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Allium komt van het Griekse aglis (knoflook), dat is ontstaan uit glis (iets kroms of rond), dat verwijst naar de bol van de looksoorten. Allium zou echter ook afkomstig kunnen zijn van het Keltische all (warm, scherp of brandend), dat slaat op de eigenschappen van de plant. Paradoxum betekent vreemd, tegenstrijdig of zonderling. Het verwijst naar de bloeiwijze (enkele broedbollen met meestal één bloem). Ook de Nederlandse naam verwijst naar de weinig bloemrijke plant.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Geofyt.
Hoofdbloei-April t/m juni.
Afmeting-20-30 cm.
| |
|
|
Wortels-Bollen. Vaak in grote groepen groeiend.
|
Stengels-Een scherp driekantige stengel.
|
|
|
|
Bladeren-Slechts één blad per bol. Het alleenstaande, 5-25 mm brede blad groeit vanuit de voet en is breed lijnvormig, vlak, zwak gekield (ook te zien ook als verdikking op de bovenzijde) en achterwaarts omkrullend.
| |
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloeischede is tweekleppig. De bloeiwijze bestaat uit een aantal, kleine, rondachtige, enigszins glazige broedbollen en meestal één (een enkele keer meer) lang gesteelde, overhangende, wijd klokvormige bloem. De 1-1,2 (soms tot 1,4) cm lange bloemdekbladen zijn geheel wit of met een onduidelijke groene streep. Het dunne witvliezige omwindsel scheurt meestal in twee brede delen open en blijft gedurende de bloei aanwezig. De bloemstelen zijn ongelijk van lengte.
|
|
|
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. Vruchten komen bij ons echter niet tot ontwikkeling, dus geen zaadproductie. Vermeerdering gebeurt voornamelijk door de kleine, vrij ronde broedbollen in de bloeiwijze. Eenzaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Licht beschaduwde plaatsen op vochtig, matig voedselrijk duinzand.
Groeiplaatsen-Omgewerkte grond in de duinen, ruderale plaatsen en in loofbossen en struwelen aan de binnenduinrand.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Zuid- en West-Azië.
Nederland-Ingeburgerd tussen 1900 en 1924. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Wallonië-Ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Toepasingen
Keuken-Het blad is waarschijnlijk enigszins giftig, vooral voor honden. De bolletjes smaken en ruiken hetzelfde als knoflook, alleen veel milder. Ze zijn erg klein en worden wel in salades gebruikt.
Cultuur-Als stinsenplant ingevoerd.
Vermeerdering-Broedbolletjes en bolletjes.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl