Wilde planten in Nederland en België | |
Aubrieta - Aubrieta deltoidea
Frysk:
English: Lilacbush
Français: Aubriète
Deutsch: Griechische Blaukissen
Synoniemen:
Familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie)
Naamgeving (Etymologie): Aubrieta is genoemd naar Claude Aubriet (1651-1743), een Franse planten- en dierenschilder. Deltoidea betekent driehoekig of deltavormig (vierde letter van het Griekse alfabet).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Chamaeafyt.
Hoofdbloei: April t/m juni.
Afmeting: 10-20 cm.
|
|
|
|
Wortels
|
|
|
|
Stengels: Zodevormend. Korte stengels.
|
|
|
|
Bladeren: De groenblijvende bladen zijn lancetvormig tot lijn-spatelvormig. Ze hebben een gave rand og ze hebben aan beide zijden één tot drie tanden.
|
|
|
|
Bloemen: Tweeslachtig. De lilablauwe, paarsachtige of roze kroonbladen zijn 1,2-2,8 cm lang.
|
|
|
|
Vruchten: De tot 1,5 cm lange hauwen zijn drie tot vier keer zo lang als breed. Ze zijn begroeid met vertakte en niet vertakte haren. Tweezaadlobbig.
|
Biotoop
Bodem: Zonnige tot halfbeschaduwde plaatsen op goed doorlatende grond en stenige plaatsen.
Groeiplaatsen: Rotsen, steenachtige oevers en muren.
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit Zuid- en Zuidoost-Europa.
Nederland: Ingeburgerd tussen 1925 en 1949. Zeldzaam. Het meest in stedelijke gebieden
Vlaanderen: Niet ingeburgerd. Zeldzaam.
Wallonië: Niet ingeburgerd. Zeldzaam.
Toepassingen
Gekweekt als tuinplant (bodembedekker).