Frysk-Ringers English-Meadow Fescue Français-Fétuque des prés Deutsch-Wiesen-Schwingel
Synoniemen-Festuca pratensis, Lolium pratense
Familie-Poaceae (Grassenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Raaigras komt van het Engelse rye-grass. De betekenis van Schenodorus is mij niet bekend. Festuca komt van het keltische fest (weiland). Pratensis betekent in weiden groeiend.
Kruisingen-Trosraaigras is de bastaard (hybride) van Beemdlangbloem en Engels raaigras. Beemdlangboem kan eveneens een kruising vormen met Italiaans raaigras (Festulolium x braunii).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juni t/m september.
Afmeting-30-100 cm.
Wortels-Geen wortelstokken en geen uitlopers.
Stengels-Losse pollen vormend.
Bladeren-De donkergroene bladen zijn van onderen glanzig, 10-20 cm lang en 3-5 mm breed. De oortjes aan de voet van de bladschijf zijn kaal (niet gewimperd). Het tongetje is vrij kort, groenig, niet doorzichtig, vaak omgekruld en komt niet boven de bladschede uit. De onderste bladscheden verweren tot bruine vezels.
Bloemen-Tweeslachtig. Een losse, slanke, voorover neigende, 10-20 cm lange pluim met vrij weinig bloemen. De 9-11 mm lange aartjes zijn min of meer naar één kant gekeerd. Voor en na de bloei zijn ze samengetrokken. Meestal heeft elk aartje zeven of acht geelgroene of paarsachtig gevlekte bloemen (zonder kafnaald). Op de onderste knoop van de bloeiwijze staan meestal twee takken (soms één) met een klein aantal aartjes. De kortste tak met 1-3 aartjes en de langste
met drie
tot zes aartjes (zelden beide met één aartje). Het lemma is 6-7 mm, zonder of met een tot 1½ mm lange naald. De kelkkafjes verschillen weinig in lengte (lengteverschil ca. 1 mm).
Vruchten en zaden-Een graanvrucht. De zaden zijn zeer kort levend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig.
Biotoop
Bodem-Zonnige plaatsen op vochtige tot
natte, matig voedselrijke tot zeer voedselrijke, min of meer humeuze, zwak zure tot kalkhoudende grond (klei, leem, lemig of humeus zand en laagveen).
Groeiplaatsen-Hooiland, weiland, uiterwaarden, beekdalgrasland, reliëfrijke weiland langs kreken, bermen, dijken en leem- en kleigroeven.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Europa en West- en Midden-Azië.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.
Wallonië-Inheems. Algemeen.
Toepassingen
Cultuur-Maaien verdraagt Beemdlangbloem zeer goed, evenals lichte begrazing. Het is een prima voedergras, maar tegenwoordig zie je haar veel minder in cultuurgrasland dan Engels raaigras. Zij vormt een minder aaneengesloten grasmat en
is
niet goed bestand tegen intensieve beweiding. Ze kan snel worden verdrongen door Engels raaigras. In hooiland geeft Beemdlangbloem een hogere opbrengst. Voor vorst is zij minder gevoelig
dan Engels raaigras,
maar gevoeliger dan Gewoon timoteegras en Veldbeemdgras.
2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |