|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Berendruif - Arctostaphylos uva-ursi
Frysk-Bearedrúf
English-Bearberry
Français-Raisin d'ours
Deutsch-Bärentraube
Synoniemen
Familie-Ericaceae (Heifamilie)
Naamgeving (Etymologie)-De naam Berendruif is afkomstig van de veronderstelling dat beren de melige vruchten erg lekker zouden vinden. Arctostaphylos komt van het Oud-Griekse arkto (beer) en staphyle (druif). Uva-ursi komt van het Latijnse uva (druif) en crispus (kroezig of dicht gekruld), waarschijnlijk vanwege de borstelig behaarde jonge bessen.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Chamaefyt.
Hoofdbloei-Maart en april.
Afmeting-20-60 cm hoog (de plant kan echter matten vormen van vele vierkante meters).
|
|
|
|
Wortels
|
|
Takken-Berendruif vormt vaak grote matten. De lange, liggende, kruipende, houtige takken hebben zijstengels, die zich aan de top oprichten tot ongeveer 10 cm boven de grond.
|
|
|
|
Bladeren-De wintergroene, stompe, verspreidstaande, 1-3 cm lange bladen zijn leerachtig, kaal, zwak glanzend en langwerpig tot omgekeerd eirond met een gave rand. Van onderen zijn ze lichtgroen. De bladrand is vlak (dus niet omgerold, zoals bij Rode bosbes). De bladen zijn netvormig geaderd.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De vijftallige bloemen staan met drie tot acht bijeen in korte, overhangende trossen (kleine eindelingse kluwens). De rozewitte, klokvormige of urnvormige (met een smalle opening en korte, roodachtige slipjes), naar de top kegelvormige bloemkroon is 5-6 mm in doorsnee. De stamper is korter dan de bloemkroon en met een bovenstandig vruchtbeginsel.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-De glanzend rode of roze bessen (een steenvrucht met meestal met vijf kernen) zijn 6-8 mm in doorsnee. Het vruchtvlees is melig en wrang. Vogels eten de bessen wel. Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, soms vrij droge, voedselarme, zwak zure grond. Vaak op blootliggende plaatsen en op dunne veenbodems.
Groeiplaatsen-Aan de rand van zure duinvalleien, duinhellingen, heide (meestal in de buurt van Grove dennen en rotsheide) en rotsachtige plaatsen.
Verspreiding
Wereld-Gebergten en koudere delen op het noordelijk halfrond.
Nederland-Inheems. Zeer zeldzaam op Terschelling. Vroeger (tot 1942) ook op de Veluwe.
Vlaanderen-Niet in Vlaanderen.
Wallonië-Niet in Wallonië.
Toepassingen
Medicinaal-De plant werd vroeger door tabak gemengd. Daarnaast dient de looistof in de bladeren sinds lang als grondstof voor leerlooiers in Noord-Europa. Zij maken er hun marokijn en juchtleder van. De bladen van de Berendruif worden in medicinale drankjes verwerkt. Al in de 16e eeuw werden deze eigenschappen van de plant ontdekt. Zo kan de plant de blaasfunctie en urinewegen ondersteunen.
Cultuur-De struik wordt als sierplant (als bodembedekker) gebruikt. De honingrijke bloemen zijn in trek bij bijen.
Vermeerderen-Zaaien, meteen na het rijpen van de vrucht (september). Het vruchtvlees verwijderen, de zaden met (zand-)grond vermengen en (eventueel onder glas) uitzaaien.
Afleggen (Jonge krachtige scheuten moeten ten minste drie bladeren en/of ogen hebben. De jonge scheuten buig je voorzichtig naar beneden tot deze de grond raakt. Op de plaats waar de scheut de grond raakt snij je een kleine inkeping in de scheut. Buig nu de scheut weer naar beneden en controleer of de plaats waar je zojuist de inkeping hebt gemaakt de grond raakt. Zet de tak goed vast (bijv. met ijzerdraad in een u vorm
gebogen) en bedek de tak met goede grond. Zorg ervoor dat de drie bladeren en/of ogen niet ingegraven zijn. Houd de komende periode de grond goed vochtig zodat de tak gemakkelijk wortel kan schieten).
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl