Naamgeving (Etymologie): Centaurea komt uit de Griekse mythologie en is genoemd naar de kruidkundige Centaur (half mens, half paard) Chiron. Montana betekent van de bergen.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend. Plantvorm: Kruid. Winterknoppen: Hemikryptofyt. Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus en september.
Afmeting: 20-70 cm.
Wortels: Een wortelstok.
Stengels: De viltig behaarde en breed gevleugelde stengels zijn meestal niet vertakt.
Bladeren: De langwerpig-lancetvormige tot eirondebladeren zijn spits en lopen met brede vleugels langs de stengel af. Meestal met een gave rand. De bovenkant is zwak behaard en de onderkant dicht viltig behaard, maar later worden ze kaal.
Bloemen: Tweeslachtig. De 4-8 cm grote, alleenstaande bloemhoofdjes zijn kort gesteeld. De diepblauwe, stralende randbloemen zijn veel groter dan de roodpaarse binnenste bloemen. Omwindselbladen met een zwartbruine, vliezige,
kamvormige, van franje voorziene rand.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem: Licht beschaduwde tot zonnige, open plaatsen op vrij droge tot vochtige, voedselrijke, kalkrijke en humeuze grond.
Groeiplaatsen: Bossen (lichte loofbossen en bergbossen), ruigten en grasland (bergweiden).
Verspreiding Wereld: Bergstreken, voornamelijk in Midden- en Zuid-Europa. Ingeburgerd in Finland en Noord-Amerika.

gbif.org
Nederland: Verwilderd, maar (nog) niet ingeburgerd.

Verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Niet ingeburgerd.
Wallonië: Zeldzaam in het Maasdal en in de Ardennen. Rode lijst. Kwetsbaar. Beschermd. Toepassingen Cultuur: Bergcentaurie wordt veel in siertuinen aangeplant en verwildert dan soms.
Vermeerderen: Zaaien of scheuren.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Cyanus maior - Groote Corenbloemen
Cruijdeboek, deel 2, Rembert Dodoens. Bloemen, welrieckende cruyden, saden, ende dyer ghelijcken (1554)
|

Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm |

La flore et la pomone francaises, deel 3, J.H. Jaume Saint-Hilaire (1830-1833) |

Addisonia, deel 4 (1919) |

Pflanzenleben des Schwarzwaldes, Friedrich Oltmanns (1927) |

Die Alpenpflanzen nach der Natur gemalt, deel 1, J. Seboth, F. Graf (1839) |

Hortus Eystettensis, deel 1, Bessler, Basilius (1620)
|
|
|