Wilde planten in Nederland en België

Berghertshooi - Hypericum montanum

Frysk

English-Pale St John's-wort

Français-Millepertuis des montagnes

Deutsch-Berg-Johanniskraut

Synoniemen

Familie-Hypericaceae (Hertshooifamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Hertshooi betekent hard hooi. De plant heeft die naam te danken aan de harde en houtige stengels. Hypericum komt van het Griekse hypoen Erica (onder of tussen heide). Sommigen zeggen echter dat Hypericum verwijst naar de god Hyperion, vader van de zon in de Griekse mythologie, omdat de bloemen (net als de zon) heldergeel zijn. Montanum betekent van de bergen.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m september.

Afmeting-30-80 cm.


Stéphane Tasson - gpl


Stéphane Tasson - gpl


franck.jullin - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Thierry Pernot - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Wortels


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0

Stengels-De rechtopstaande stengels zijn rolrond en meestal niet vertakt. De bovenste stengelleden zijn opvallend langgerekt.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bladeren-De tegenoverstaande, zittende, vrij spitse bladen zijn langwerpig-eirond tot lancetvormig en met een iets hartvormige, versmalde voet. De blauwachtige onderkant is ruwharig (met zeer korte afstaande of aanliggende haartjes) en met zwarte klieren (puntjes) langs de bladrand. Alleen de bovenste bladen met doorschijnende puntjes.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Lieuwe Haanstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Thierry Pernot - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


franck.jullin - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Bloemen-Tweeslachtig. De geurende, 1-1,5 cm grote, lichtgele bloemen groeien in een korte gedrongen bloeiwijze aan de top van de stengel en vaak met nog twee kleine deelbloeiwijzen in de oksels van het bovenste bladpaar. De spitse kelkbladen zijn lancetvormig. De rand van de kelkbladen is gezaagd en met grote, zwarte, gesteelde klieren aan de rand. De kroonbladen zijn lichtgeel en niet beklierd. Elke bloem heeft drie stijlen.


Stéphane Tasson - gpl


Lieuwe Haanstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Thierry Pernot - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Vruchten en zaden-Een driehokkige doosvrucht. Tweezaadlobbig.


Isidre blanc - cc by-sa 4.0


Giorgio Faggi en Giacomo Bellone - cc by-nc-nd 4.0


Daniel Cahen - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Licht beschaduwde, warme plaatsen op droge, kalkrijke, matig voedselarme, stikstofarme, liefst lemige grond (leem, zavel, mergel en zand).

Groeiplaatsen-Loofbossen, struwelen, kapvlakten, heggen en bosranden.

Verspreiding

Wereld-Zuidwest-Azië, Noord-Afrika, de Kaukasus en West-, Zuid- en Midden-Europa.

Nederland-Inheems. Zeer zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeer zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeldzaam.

Opmerkingen

Hakhoutbeheer is min of meer een voorwaarde voor het standhouden van de soort. Verruiging door b.v. bramen en brandnetels en ook de daardoor ontstane dikke strooisellaag is een bedreiging voor de plant. De soort kan vrij lang standhouden in de schaduw. De plant vormt dan slappe liggende stengeltjes, die weinig opvallen.

Toepassingen

Vermeerderen-Zaaien.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl