Bergknautia - Knautia dipsacifolia

Frysk

English Wood Scabious

Français Knautie des bois (Knautie à feuilles de cardère)

Deutsch Wald-Witwenblume

Synoniemen Knautia sylvatica, Knautia maxima, Scabiosa dipsacifolia

Familie Caprifoliaceae (Kamperfoeliefamilie)

Naamgeving (Etymologie) Knautia is genoemd naar Christian Knaut, een Duitse plantkundige, die leefde van 1656 tot 1716. Dipsacifolia betekent gelijkend op het blad van Dipsacus (Kaardebol).

Ondersoorten Een veranderlijke soort, die in Midden-Europa wordt onderscheiden in twee ondersoorten. Knautia dipsacifolia subsp. dipsacifolia en Knautia dipsacifolia subsp. gracilis. Subsp. gracilis is tengerder, de bloeistengel is niet beklierd en de bovenste bladen zijn aan de voet niet afgerond, maar versmald.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur Overblijvend.

Plantvorm Hemikryptofyt.

Hoofdbloei Juni t/m september.

Afmeting 30-100, soms tot 150 cm.


Meneerke bloem - cc by-sa 3.0


Krzysztof Golik - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


IKAl - cc by-sa 3.0

Wortels


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0

Stengels De donkergroene, vaak paars aangelopen, opstijgende stengels zijn meestal borstelig behaard (bovenaan met donshaar), zelden zijn ze kaal.


Adriano Bruna - cc by-nc-nd 4.0


Jean-Luc Gorremans - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Giovanni Buccomino - cc by-nc-nd 4.0


Michel Pansiot - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Bladeren De heldergroene, getande, langwerpig-eironde tot lancetvormige, tot 20 cm lange bladen zijn niet gedeeld. Ze zijn naar de voet versmald. De onderste bladen zijn gesteeld (zeer veranderlijk, ook aan dezelfde plant).


Filiberto Fiandri - cc by-nc-nd 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Yoan Martin - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Bloemen Tweeslachtig. Het platte, blauwviolette bloemhoofdje is 2,5-4 cm. De bloemen worden tot 1,5 cm. De buitenste bloemen (randbloemen) zijn vaak niet stralend, maar wel iets groter dan de middelste. Ze hebben acht kelktanden en een behaarde bloembodem.


Joan Simon - cc by-sa 2.0


Guérin Nicolas - cc by-sa 3.0


Meneerke bloem - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden De nootjes worden door mieren verspreid. Tweezaadlobbig.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Yoan Martin - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Yoan Martin - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem Meestal licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, kalkhoudende grond.

Groeiplaatsen Loofbossen, langs bospaden, bosranden, struwelen en bergweiden.

Verspreiding

Wereld Bergstreken in Zuid- en Midden-Europa.


Nederland Niet ingeburgerd, maar al lang standhoudend in de Noordoostpolder. Zeer zeldzaam

Vlaanderen Niet ingeburgerd.
Wallonië Inheems. Zeldzaam.

Toepassingen

Vermeerderen Zaaien.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl