|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Bermooievaarsbek - Geranium pyrenaicum
Frysk-Pyreneeske earrebarrebek
English-Hedgerow Crane's-bill
Français-Géranium des Pyrénées
Deutsch-Pyrenäen-Storchschnabel
Synoniemen
Familie-Geraniaceae (Ooievaarsbekfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-De vrucht lijkt op de snavel van een ooievaar, vandaar de Nederlandse naam. Geranium komt van het Griekse geranios (kraanvogel), omdat de vrucht enigszins lijkt op de snavel van een kraanvogel. Pyrenaicum verwijst naar de Pyreneeën.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-(April) mei t/m november.
Afmeting-20-60 cm.
|
|
|
|
Wortels-Een penwortel.
|
|
|
|
Stengels-De weinig vertakte, rechtopstaande of opstijgende stengels zijn bezet met lange, zachte, afstaande haren met daar tussen (naar boven toenemend) zeer korte klierharen (tot 0,1 mm lang). Van oudere stengeldelen is de beharing vaak min of meer afgesleten.
|
|
|
|
Bladeren-De verspreidstaande bladen zijn in omtrek rondachtig. Ze zijn tot de helft of tot tweederde deel in vijf tot negen wigvormige, aan de top getande slippen gedeeld (de lobben zijn ook weer gelobd). De bladstelen zijn behaard. Onderaan de bladsteel zitten kleine, driehoekige en paarsachtige steunblaadjes.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De paarsrode, roze of zelden witte, 1,4-2 cm grote bloemen staan met twee bij elkaar in een losse bloeiwijze aan het eind van een stengel. De vijf aan de top diep ingesneden kroonbladen (tweespletig) zijn ongeveer dubbel zo lang als de vijf, 4-5 mm lange, toegespitste kelkbladen. De bloem heeft verder tien met elkaar vergroeide meeldraden, een bovenstandig vruchtbeginsel, één stijl en vijf stempels.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een kluisvrucht. De vruchtjes groeien aan dicht behaarde, teruggeslagen stelen. De gladde deelvruchtjes zijn spaarzaam, aangedrukt behaard. Zaden met een fijn mazenpatroon. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen op matig droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, goed doorlatende, zwak basische grond (zand, zavel, löss en klei). Bermooievaarsbek verdraagt sterke temperatuurswisselingen.
Groeiplaatsen-Bermen, rivierdijken, spoordijken, heggen en struwelen, ruderale plaatsen, omgewerkte grond, braakliggende grond en akkers.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit de bergstreken in Zuid- en Midden-Europa, Zuidwest-Azië, het Zwarte-Zeegebied en Noordwest-Afrika. Sinds de 18de eeuw ook in West-Europa.
Nederland-Ingeburgerd in de 19de eeuw. Algemeen.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Vrij algemeen.
Wallonië-Ingeburgerd. Vrij algemeen.
Toepassingen
Vermeerderen-Zaaien.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl