Naamgeving (Etymologie): Beursjes heeft te maken met de vorm van de vrucht. Ganzenvoet dankt zijn naam aan de bladvorm, die op de pootafdruk van een gans lijken. Chenopodium is afgeleid van het Griekse Chenos (gans) en podion (voetje).
Opmerking: Beursjesganzenvoet wordt ook wel beschouwd als een (zout)vorm van Rode ganzenvoet.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen staan in kluwens. Eindelingse bloemen met alleen bij de voet vergroeide bloemdekbladen, de zijdelingse met bijna geheel vergroeide bloemdekbladen, die de vrucht bijna helemaal omsluiten.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. De bloemdekbladen zijn bijna tot aan de top vergroeid en omsluiten de vrucht vrijwel geheel (als een beursje). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige, open plaatsen op vochtige, voedselrijke, vaak zilte grond.
Groeiplaatsen: Braakliggende grond langs de kust, hoge kwelders (schorren), op aangevoerd slib en waterkanten (uitgedroogde sloten en plassen en slootkanten).
Verspreiding
Wereld: Kustplant van Zuid- en West-Europa, o.a. in Denemarken, Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk. Ook op een enkele plek in het Europese binnenland. Ingevoerd in Noord-Amerika en mogelijk ook in Zuid-Amerika, Azië, Australië en Zuid-Afrika.
Nederland: Zeer zeldzaam. Het meest in het kustgebied.
Vlaanderen: Zeer zeldzaam in het kustgebied (in de Polders). Vroeger op veel meer plekken langs de kust. Zeer sterk afgenomen.
Wallonië: Niet in Wallonië.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 20, Jan Kops en F.W. van Eeden (1898)
Flora Danica, Georg Christian
Oeder e.a. (1761-1888)
Deutschlands flora, deel 17, J. Sturm, J. en J.W. Sturm (1838-1839)
Flora regni borussici, deel 5, A.G. Dietrich (1835-1844)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 8, J.E. Sowerby (1868)