Naamgeving (Etymologie): De naam wordt ontleend aan het feit dat onderste lip op een honingbij lijkt. Ophrys komt van het Griekse ophrys (wenkbrauw). Waarschijnlijk slaat dat op de stijve beharing op de bloemlip. Apifera betekent een bij dragend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen zijn 1-1,3 cm en groeien met twee tot elf bijeen in slanke, losse aren. De buitenste bloemdekbladen zijn wit, roze of roodachtig. De lip is drielobbig, donkerpurper met gele tekeningen, aan de voet van de middenlob met twee kleine glanzende uitsteeksels, aan de top met een naar achteren gericht aanhangseltje en met teruggebogen, van onderen samenneigende,
behaarde
zijlobben. De binnenste schildvormige bloemdekbladen zijn groen of roodachtig en behaard.
Bodem: Zonnige, soms licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot matig vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke, relatief humusarme grond (klei, leem en zand, zeer zelden op veen). Ook in iets brak milieu.
Groeiplaatsen: Struwelen, bosranden, kapvlakten, opgespoten grond met struweel van Grauwe wilg, begraafplaatsen, bermen, langs spoorwegen, afgravingen, grasland (kalkgrasland en hooiland langs kreken), waterkanten (slootkanten), op kalk bij kalkovens, industrieterreinen in de mijnstreek (aan de rand van berken- en wilgenopslag), mijnsteenbergen en zeeduinen.
Verspreiding
Wereld: In het Middellandse-Zeegebied en in West- en Midden-Europa. Noordelijk tot in Ierland, Noord-Engeland en Noordoost-Duitsland.
Nederland:
Vrij zeldzaam in Zeeland, Zuid-Limburg, de Rijnmond, de Hollandse duinen en Noord-Holland. Elders zeer zeldzaam.
Vlaanderen: Vrij zeldzaam. Verspreid door het land. Het meest in het kustgebied en in stedelijke omgeving.
Wallonië: Zeldzaam. Het meest in Brabant, in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 24, Jan Kops, F.W. van Eeden en L.Vuyck (1915)
Ragwortel wijfken
Cruijdeboek, deel 2, Rembert Dodoens. Bloemen, welrieckende cruyden, saden, ende dyer ghelijcken (1554)
Flora von Deutschland, Österreich
und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 9, J.E. Sowerby (1869)
British entomology, deel 2, J. Curtis (1823-1840)
Flora regni borussici, deel 1, A.G. Dietrich (1832-1833)
Flora regni borussici, deel 11, A.G. Dietrich (1843)
Flora Londinensis, deel 1, William Curtis (1775-1777)
Die Orchidaceen Deutschlands, Deutsch-Oesterreichs und der Schweiz, M. Schulze (1894)
Flore illustré de Nice et des Alpes-maritimes. Iconographie des Orchidées, J.B. Barla (1868)
Atlas des plantes de France, deel 3, Amédée Masclef (1893)
Pflanzenleben des Schwarzwaldes, Friedrich Oltmanns (1927)
Hortus Eystettensis, deel 2, Bessler, Basilius (1620)