Wilde planten in Nederland en België

Blauwgras - Sesleria caerulea

Frysk

English-Blue Moor Grass

Français-Seslérie bleue

Deutsch-Kalk-Blaugras

Synoniemen-Sesleria albicans

Familie-Poaceae (Grassenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Sesleria is genoemd naar Lionardo Sesler († 1785), een Italiaanse botanist en arts. Albicans betekent wit of witmakend.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-April en mei.

Afmeting-5-50 cm.


Alain Bigou - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Daderot - cc0


Daderot - cc0


Bernd Haynold - cc by-sa 3.0

Wortels-Een korte wortelstok.


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-Dichte pollen vormend. Alle stengelknopen zitten in het onderste deel.


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Julien Barataud - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Bladeren-De stugge, stijf rechtopstaande bladeren zijn groen met een blauwachtige tint. Ze staan enigszins waaiervormig uitgespreid. Verder zijn ze kaal, 2-3 mm breed, hebben een ruwe rand en een opvallende middennerf. De top is plotseling toegespitst. Het tongetje is 0,5 mm en fijn gewimperd. Aan de voet zitten schubvormige, vliezige schutbladen.


Tigerente - cc by-sa 3.0


Roberto Bottinelli - cc by-nc-nd 4.0


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen vormen een korte, compacte 1-3 cm lange pluim. De aarachtige pluim is eivormig tot langwerpig, dichtbloemig, grijspaars en heeft zeer korte assen. De aartjes zijn tweebloemig. De kelkkafjes hebben één nerf. Ze zijn eirond, allemaal ongeveer even groot, iets korter dan het hele aartje en aan de top toegespitst in een scherpe punt. Het onderste kroonkafje (lemma) is blauwachtig, aan de top drie-vijftandig of soms lort genaald. De bloeiwijze is bijna steeds blauwachtig aangelopen.


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Bernd Haynold - cc by-sa 3.0


Bernd Haynold - cc by-sa 3.0


Jean-Claude Calais - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Vruchten en zaden-Een graanvrucht. Eenzaadlobbig.


Bernd Haynold - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open paatsen op (zeer) droge, voedselarme tot matig voedselarme, kalkrijke, humusarme grond (mergel en stenige plaatsen).

Groeiplaatsen-Kalkgrasland, hellinggrasland, kalkrijke rotsen, rotsrichels en rotsachtige plekken in hellingloofbossen.

Verspreiding

Wereld-Berggebieden in Zuidwest-Azië, Midden- en West-Europa. Het meest in de Alpen. Van IJsland en de Pyreneeën tot in Polen en de Balkan.

Nederland-Inheems. Verdwenen. Vroeger zeer zeldzaam in Zuid-Limburg, bij Maastricht. Voor het laatst gevonden in 1986.

Vlaanderen-Inheems. Zeer zeldzaam. Alleen op de Tiendeberg te Kanne.

Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam.

Toepassingen

Cultuur-Blauwgras wordt gekweekt en in siertuinen aangeplant, vaak in rotstuintjes.

Vermeerderen-Scheuren of zaaien.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl