Naamgeving (Etymologie): Bochtige smele dankt zijn naam aan de gekronkelde aarsteeltjes. Deschampsia is genoemd naar Louis Auguste Deschamps (1765-1842), een Frans botanicus. Flexuosa betekent met bochten.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De donkergroene, draadvormige, 0,3-1 mm brede bladeren zijn borstelvormig opgerold. Alleen naar de top zijn ze ruw. Ze staan vrij stijf omhoog. Het vliezige tongetje is vrij stomp en 0,5-3 mm lang.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen groeien in een wijd uitstaande (wijd vertakte), ijle pluimmet gekronkelde, fijne takken. De afzonderlijke aartjes staan apart aan het eind van de aartjesstelen. De as van het aartje tussen de onderste en de bovenste bloem is zeer kort. De aartjes zijn lichtbruin (in de bloeitijd een zilverachtige glans) en, evenals de pluimtakken, paarsig aangelopen. Ieder aartje bevat twee bloemen. De kelk en kroonkafjes zijn ongeveer even groot. De naaldvan het onderste kroonkafje is knievormig gebogen en steekt uit het aartje.
Vruchten: Een
graanvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - CC BY-SA 4.0
Digitale zadenatlas
Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen
op droge tot vochthoudende, voedselarme tot matig voedselrijke, humeuze, zwak zure tot zure, meestal zandige grond (zand, fijn grind, uitgeloogde leem en uitgedroogd veen).
Groeiplaatsen: Bossen (loofbossen en naaldbossen), kapvlakten, storm- en brandplekken, grasland (schraal hooiland en weiland), bermen, zeeduinen (ontkalkte plekken) en heide.
Verspreiding
Wereld: In gematigde streken, voornamelijk in oostelijk Noord-Amerika, Oost-Azië en Noord-, West- en Midden-Europa. Ingeburgerd in zuidelijk Zuid-Amerika, Nieuw-Zeeland en in enkele tropische berggebieden, onder meer in het oosten van Afrika.
Nederland: Algemeen in het midden, oosten en noordoosten van het land en in Zuid-Limburg. Elders zeldzaam. In laagveen en kleistreken ontbreekt zij grotendeels.
Vlaanderen: Algemeen in het oosten. Het meest in de Kempen. Zeldzamer in het westen.
Wallonië: Algemeen in de Ardennen en vrij algemeen in Lotharingen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 3, Jan Kops (1814)
Wald-Schmiele
Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann
Georg Sturm (1796)
Aira caryophyllaea
Atlas des plantes de France, deel 3, Amédée Masclef (1893)
Aira flexuosa - Aira caryophyllaea - Aira montana Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Bilder ur Nordens Flora, deel 3, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
Die Alpenpflanzen nach der Natur gemalt, deel 2, J. Seboth, F. Graf (1839)
Plantarum indigenarum et exoticarum Icones ad vivum coloratae, deel 6 (1792-1794)
Icones plantarum medico-oeconomico-technologicarum, deel 3, F.B. Vietz (1806)
Species graminum, deel 3, K.B. Trinius en W.G. Pape (1830-1836)