Bladeren: Twee tot vier grondstandige en rechtopstaande bladen. Deze zijn kaal, lijnvormig, 4-9 cm lang en met een witte middenstreep. Tijdens de bloei zijn ze nog maar half ontwikkeld. Ze zijn samen omgeven door enige schedebladen, die ook de jonge knol omsluiten.
Bloemen: Tweeslachtig. Aan de voet zitten witachtige bloeischeden. De alleenstaande, bekervormige, 3-5½ cm grote bloemen zijn wit, paars, of wit met paarse strepen of vlekken. De bloem heeft rechtopstaande slippen en een stompe of afgeronde top. Het bloemdekblad is aan de voet tot een lange buis vergroeid. De drie helmdraden zijn kaal. De lijnvormige helmknoppen zijn geel. De lange, draadvormige stijl heeft drie oranjerode stempeltakken en is langer dan de meeldraden. Bij regenachtig weer en 's nachts sluiten de bloemen.
Vruchten: De doosvrucht is vliezig, langwerpig, iets driehoekig en driehokkig. De doosvrucht zit eerst onder de grond zit, maar komt later in het seizoen boven de grond.
De zaden zijn bijna bolrond. Eenzaadlobbig.
Bodem: Zonnige tot half beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke grond.
Groeiplaatsen: Bossen (bij buitenplaatsen, parkbossen en lichte loofbossen in berggebieden), gazons, bermen, zeeduinen (grazige plaatsen) en grasland (weiland, vloeiweiden in de Kempen, bergweiden en veenweiden).
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit gebergten in Zuid- en Midden-Europa. Ingeburgerd in andere delen van Europa en Noord-Amerika.
Nederland: Vrij zeldzaam, maar plaatselijk algemeen als stinsenplant. Ingeburgerd in de 19de eeuw.
Vlaanderen: Zeldzaam ingeburgerd.
Wallonië: Zeer zeldzaam ingeburgerd.
Toepassingen
Cultuur: Bonte krokus wordt veel gekweekt en behoort tot de stinsenplanten. De grootbloemige krokussen met witte, paarse of gestreepte bloemen zijn afgeleid uit selecties van Crocus vernus.
Vermeerderen: Bolletjes planten en zaaien.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 6, Jan Kops en Herman Christiaan van Hall (1832)
Album van Eeden, Haarlem’s flora, afbeeldingen in kleurendruk van verschillende bol- en knolgewassen, A.C van Eeden (1872-1881)
Deutschlands flora, deel 6, J. Sturm, J.W. Sturm (1806-1808)
Crocus sativus
Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Addisonia, deel 16, M.E. Eaton (1928)
Gottorfer Codex (1649-1659)
Les Liliacées, deel 5, P.J. Redouté (1805-1816)
Atlas de la flore alpine. Publié par le Club alpin allemand et autrichien, deel 5 (1899)
Florae Austriaceae, deel 5, N.J. von Jacquin (1778)
Botanical Magazine, deel 22. S.T. Edwards (1805)
Botanical Magazine, deel 48. S.T. Edwards (1821)
Atlas des plantes de France, deel 3, Amédée Masclef (1893)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 9, J.E. Sowerby (1869)
Die Alpenpflanzen nach der Natur gemalt, deel 2, J. Seboth, F. Graf (1839)
Die Alpenpflanzen nach der Natur gemalt, deel 4, J. Seboth, F. Graf (1839)
Flora regni borussici, deel 1, A.G. Dietrich (1832-1833)
New Kreüterbuch, L. Fuchs (1543)
Hortus Romanus juxta Systema Tournefortianum, deel 6, Giorgio Bonelli (1783-1816)
Hortus floridus, fasicle pars altera, C. van de Passe (1614)
Edwards’s Botanical Register, deel 17, S.A. Drake (1831)
Edwards’s Botanical Register, deel 30, S.A. Drake (1844)
Hortus Eystettensis, deel 1, Bessler, Basilius (1620)
Flore des serres et des jardin de l’Europe, deel 16, L. van Houtte (1865-1857)