|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Bonte paardenstaart - Equisetum variegatum
Frysk-Fine rûgebal
English-Variegated Horsetail
Français-Prêle panachée
Deutsch-Bunter Schachtelhalm
Synoniemen
Familie-Equisetaceae (Paardenstaartenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Equisetum komt van het Latijnse equus (paard) en setum (borstel of haren), omdat veel soorten op de staart van een paard lijken. Variegatum betekent bont gekleurd.
Kruising-Ruwe paardenstaart is de kruising van Schaafstro en Bonte paardenstaart.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Geofyt, chamaefyt.
Rijpe sporen-Mei t/m augustus.
Afmeting-10-40 cm.
|
|
|
|
Wortels-Een kale wortelstok zonder knollen.
|
|
|
|
Stengels-Dicht zodevormend, De vruchtbare en onvruchtbare stengels zijn gelijk van vorm. De wintergroene, dunne stengels zijn liggend, opstijgend tot rechtopstaand. Ze zijn 2-3 mm dik en worden niet langer dan 0,5 meter. Ze hebben 4 tot 12 duidelijke ribben (tweekantige lijsten). De lijsten zijn ongeveer half zo breed als de groeven en meestal ruw door kiezelknobbels of dwarsbanden. Alleen bij de onderste knopen zitten enkele lange, gladde zijtakken of soms zijn ze niet vertakt. Verder naar boven zijn ze meestal niet vertakt. De zijtakken zijn ongeveer even lang en dik als de stengel. Het middenkanaal is nauw (1/3 tpt 1/4 van de middellijn van de stengel) of vrijwel afwezig. De stengelscheden zijn enigszins opgeblazen. Onder de tanden zie je een donkerbruine tot zwarte band. De blijvende tanden zijn breed witvliezig gerand met een zwart middendeel.
|
|
|
|
Bladeren-De bladkransen zijn klokvormig, aan de voet groen en bovenaan zwart. De scheden hebben aan de zoom een zwarte dwarsstreep of zijn in de bovenste helft (zelden bijna geheel) zwart. De tanden hebben een blijvend, eirond tot langwerpig-lancetvormig ondeste deel, dat wit is of vaak met een bruine of zwarte middenstreep. Zij zijn daaruit plotseling naaldachtig toegespitst. De ruwe top valt later af.
| |
|
|
Sporen-De tot 1 cm lange, eironde sporenaar vind je aan het eind van de stengel en soms ook aan enkele zijtakken. Eerst is de sporenaar bijna helemaal omhuld door de tanden van de bovenste afstaande schede. Deze is tot 7 mm lang, eivormig en heeft bovenaan een stekelpunt.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open of laag begroeide plaatsen plaatsen op vochtige tot natte, 's winters vaak onder water staande, vrij voedselarme, kalkrijke grond, op plekken met een kortblijvende vegetatie (zand, leem en zavel).
Groeiplaatsen-'s Winters onder water staande duinvalleien, kalkmoerassen, moerassige plekken in afgravingen, tichelgaten, langs bergriviertjes, bergmeren en rivieren, lemige bermen aan de rand van de Noordoostpolder en drooggevallen zandplaten.
Verspreiding
Wereld-Koude en gematigde streken op het noordelijk halfrond.
Nederland-Inheems. Zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeer zeldzaam.
Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl