Wilde planten in Nederland en België | |
Bosboerenkers en Zinkboerenkers  - Noccaea caerulescens
Frysk:
English: Alpine Pennycress
Français: Tabouret sylvestre, Tabouret calaminaire
Deutsch: Gebirgs-Hellerkraut, Galmei-Hellerkraut
Synoniemen: Thlaspi caerulescens, Thlaspi calaminare
Familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie)
Naamgeving (Etymologie): Thlaspi stamt waarschijnlijk af van het Griekse thlaein (samendrukken of afplatten). Dat slaat op de vorm van het hauwtje. Caerulescens betekent hemelsblauw wordend. Calaminare betekent zinkerts bevattende grond.
Ondersoorten: In onze omgeving zijn twee ondersoorten: Zinkboerenkers (Noccaea caerulescens subsp. calaminare) en Bosboerenkers (Noccaea caerulescens subsp. caerulescens).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Tweejarig.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Hemikryptofyt.
Hoofdbloei: April t/m juni (juli).
Afmeting: 7-30(-50) cm.
Zinkboerenkers
![]() © Annie Vos - verspreidingsatlas.nl | ![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
Bosboerenkers
|
|
|
Wortels
Zinkboerenkers
|
Bosboerenkers
Stengels: De niet vertakte stengels zijn grijsgroen en kaal. Met korte uitlopers aan de voet. Zoden vormend.
Bosboerenkers: Uit het midden van het wortelrozet ontspringen een of meerdere bebladerde, kale stengels.
Zinkboerenkers
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl | |
|
Bosboerenkers
|
|
|
|
Bladeren: Overblijvend met niet bloeiende worteltrozetten. De rozetbladen zijn blauwgroen, elliptisch, gesteeld en met een gave rand. De stengelbladen zijn hartvormig, halfstengelomvattend of stengelomvattend met een hart-pijlvormige voet. Ze zijn kaal en worden tot 4 cm lang.
Bosboerenkers: Een vrij dichtbebladerd wortelrozet. De rozetbladen zijn lepelvormig, met een afgeronde of stompe top. De stengelbladen zijn eirond tot langwerpig, stomp en met een stengelomvattende, hartvormige voet.
Zinkboerenkers
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl | |
|
Bosboerenkers
|
|
|
|
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen groeien in zich verlengende trossen. De (2-)4-5 mm lange kroonbladen zijn wit of iets paarsachtig. De helmknoppen zijn paars.
Bosboerenkers: De bloemen staan in eindelingse trossen. De kroonbladen zijn wit of lichtroze en veel langer dan de meeldraden.
Zinkboerenkers
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl | |
|
Bosboerenkers
|
|
|
|
Vruchten en zaden: De hartvormige hauwen zijn 4½-6(-7) mm lang, elliptisch tot langwerpig (zonder de vleugels) met bovenaan een tot twee mm brede vleugel. De stijl (snavel) wordt soms 0,8-1,5 mm lang, ven lang of duidelijk langer dan de vleugels. De stijl steekt niet of nauwelijks boven de insnijding van het hauwtje uit. Hokjes met twee tot vier zaden. Tweezaadlobbig.
Bosboerenkers: De hauwtjes zijn ongeveer even lang als hun stelen, vlak, hartvormig en gevleugeld.
Zinkboerenkers
|
|
|
|
Bosboerenkers
|
|
|
|
Biotoop
Bodem: Zinkboerenkers: Zonnige, soms halfbeschaduwde, iets open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, stikstofarme, zinkhoudende en kalkhoudende grond (zand, leem, mergel, löss en stenige plaatsen).
Bosboerenkers: Zonnige, soms halfbeschaduwde, iets open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, stikstofarme, kalkhoudende grond (zand, leem, mergel, löss en stenige plaatsen). Bosboerenkers groeit op wat zuurdere grond dan Zinkboerenkers.
Groeiplaatsen: Zinkboerenkers: Grasland (zinkhoudend grasland en kalkgrasland).
Bosboerenkers: Rotsen (kalksteenrotsen en puinhellingen), bossen (bergwouden en langs bospaden) en op afvalhopen van loodmijnen.
Verspreiding
Wereld: Zinkboerenkers: Zuid-Nederland, Oost-België en aangrenzend Duitsland (bij Aken).
Bosboerenkers: Gebergten in Zuid- en Midden-Europa, in Groot-Brittannië en Scandinavië.
Nederland: Zinkboerenkers: Inheems. Zeer zeldzaam.
Bosboerenkers: Niet in Nederland.
Vlaanderen: Zinkboerenkers: Ingeburgerd. Zeer zeldzaam  (sterk vervuilde plaatsen  door zware metalen). Voor het eerst gevonden omstreeks 1975.
Bosboerenkers: Niet in Vlaanderen.
Wallonië: Zinkboerenkers: Inheems. Zeer zeldzaam in het stroomgebied van de Geul en de Vesder en in de omgeving van Luik.
Bosboerenkers: Inheems. Zeer zeldzaam in het gebied van de Maas en in de Ardennen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
2001-2022 K.M. Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl