Naamgeving (Etymologie): Bromopsis betekent wekt de indruk op Bromus te lijken. Ramosa betekent vertakt. Benekenii is genoemd naar de Duitser Ferdianand Beneke (1774-1848).
Ondersoorten:
Er zijn twee ondersoorten: Bosdravik (Bromopsis ramosa subsp. benekenii) en Ruwe dravik (Bromopsis ramosa subsp. ramosa).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Hemikryptofyt.
Bloeimaanden: Mei, juni, juli en augustus.
Afmeting: Bosdravik: 60-90 cm.
Ruwe dravik: 80-150 cm.
Bladeren: Bosdravik: De bladen zijn minder fors dan die van Ruwe dravik. De onderste bladscheden zijn dicht behaard met lange ruwe haren. De scheden van de bovenste bladeren zijn kaal of dicht kortharig, soms met enige verspreide
langere haren. De bladeren zijn 0,4-1,2 cm breed. Ruwe dravik: De bladscheden zijn min of
meer ruw door lange, stijve, afstaande of terugwijzende haren. De bladeren zijn 0,6-1,6 cm breed en worden tot meer dan 50 cm lang. Ze hebben een brede, licht gekleurde, uitspringende middennerf aan de onderkant. De onderkant van het blad is naar boven
gedraaid. Aan de voet zitten smalle, spitse oortjes.
Bloemen: Bosdravik: Tweeslachtig. De bloeiwijze is na de bloei samengetrokken. Elke pluimtak heeft één tot drie aartjes van 1½-2½ cm en bevatten drie tot zes bloemen. De meeldraden worden tot drie mm lang. Ruwe dravik: De bloeiwijze is wijd vertakt. De onderste helft van de bloeiwijze heeft wijd uitstaande tot overhangende zijtakken. Aan deze zijtakken groeien vijf tot negen aartjes. De bovenste helft van de pluim hangt naar één kant over. De aartjes zijn 2-4 cm lang. Ze zijn iets zijdelings afgeplat en bevatten vier tot twaalf bloemen. De helmknoppen zijn 3-4 mm. Het onderste kelkkafje heeft één nerf. Het bovenste heeft er drie of vijf.
Bodem: Bosdravik: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke, humeuze,vaak lemige grond. Ruwe dravik: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, neutrale tot kalkrijke, humeuze, vaak lemige grond.
Groeiplaatsen: Bosdravik: Bossen (lichte plekken in loofbossen en hellingbossen), bosranden en kapvlakten. Ruwe dravik: Bossen (lichte plekken in hellingbossen, gebonden aan oud bos), bosranden en kapvlakten.
Verspreiding
Wereld: Bosdravik: Op verspreide plaatsen in gebieden met een gematigd klimaat in Azië, Oost- en Midden-Europa en in Groot-Brittannië. Ruwe dravik: West- en Midden-Europa, van Zuid-Scandinavië tot in Midden-Spanje, op Sicilië en van Ierland tot de Balkan. Ook in Noord-Afrika en in gematigde delen van Azië.
Bromopsis ramosa
Bosdravik
Ruwe dravik
Nederland: Bosdravik: Zeer zeldzaam in Zuid-Limburg. Ruwe dravik: Zeer zeldzaam in Zuid-Limburg. Vroeger ook bij Hummelo.
Bromopsis ramosa
Bosdravik
Ruwe dravik
Vlaanderen: Bosdravik: Niet in Vlaanderen. Ruwe dravik: Zeer zeldzaam. Wallonië: Bosdravik: Zeer zeldzaam. Ruwe dravik: Vrij zeldzaam. Het meest in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen.
Bromopsis ramosa
Bosdravik
Ruwe dravik
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bosdravik
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Bilder ur Nordens Flora, deel 3, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
Ruwe dravik
1 Wald-Trespe
Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Flora Londinensis, deel 2, William Curtis (1777-1778)