Naamgeving (Etymologie): De naam ereprijs is mogelijk afkomstig van de Vlaamse botanist Dodoens, die de planten eer ende prijs oft loff gaf vanwege hun geneeskrachtige eigenschappen. Er zijn echter nog een tweetal verklaringen in omloop. Ereprijs zou zijn naam te danken hebben aan het feit dat in de Middeleeuwen winnaars van grote toernooien een krans kregen van deze bloemen. Een derde verklaring is dat een Frankische koning vele jaren aan huiduitslag
leed en
daarvoor,
na goede raad van een jager, dit plantje gebruikte en genas van de huiduitslag. Toen gaf hij het plantje de naam ereprijs. Veronica is genoemd naar de heilige Veronica. Veronica zou in een zweetdoek de afdruk gekregen hebben van het aangezicht van Christus. Sommigen menen in de bloem een weergave te zien van die afdruk. Montana betekent van de bergen.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur: Overblijvend. Plantvorm: Kruid. Winterknoppen: Chamaefyt. Bloeimaanden: Mei, juni en juli.
Afmeting: 10-45 cm.
Wortels: Worteldiepte tot 10 cm.
Stengels: De opstijgende of liggende stengels zijn behaard. Ze wortelen aan de voet en vormen vaak vrij grote plakkaten.
Bladeren: De wintergroene, aan beide kanten verspreid behaarde bladeren zijn eirond tot rond en vrij bleekgroen. Ze worden 2-3,5 cm lang. Ze hebben groffe tanden en een lange steel van 0,5-1½ cm.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen groeien in losse, armbloemige trossen. Ze zijn bleekblauw of lila met paarse aderen en 0,8-1 cm. De kelk bestaat uit vier slippen. Aan de voet van de bloem zit een klein, lijnvormig schutblad.
Vruchten: Een doosvrucht. De bleekgroene, beklierde, 4 tot 8 mm grote vruchten zijn sterk zijdelings afgeplat, breed gevleugeld, omgekeerd hartvormig en langer dan de kelk. De zaden
zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem: Beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot neutrale, humeuze grond (leem en leemhoudend zand) met een goed verterende strooisellaag.
Groeiplaatsen: Bossen (loofbossen, natte bossen, bronbossen en langs bospaden), bosranden, zeeduinen (zeer zeldzaam) en waterkanten (zandige oeverwallen van bosbeken).
Verspreiding Wereld: Midden- en West-Europa en op enkele plaatsen in Zuid-Europa en Noordwest-Afrika (Atlasgebied).

gbif.org
Nederland: Vrij zeldzaam in Zuid-Limburg, zeldzaam in Twente en de Achterhoek en zeer zeldzaam in de Kempen, in Drenthe, in de Hollandse duinen en bij Amsterdam.
Rode lijst 2012. Thans niet bedreigd. Trend sinds 1950: stabiel of toegenomen. Zeldzaam. Oorspronkelijk inheems. 
Verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Vrij algemeen in de Leemstreek. Elders zeer zeldzaam. Rode lijst. Thans niet bedreigd.
Wallonië: Vrij zeldzaam in Brabant, in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen. Elders zeer zeldzaam.
Toepassingen Vermeerderen: Scheuren.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Flora Batava, deel 9, Jan Kops en Johannes Everhardus van der Trappen (1846)
|

Deutschlands flora, deel 14, J. Sturm, J.W. Sturm (1831-1833)
|

Deutschlands Flora in Abbildungen,
Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
|

Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
|

British entomology, deel 2, J. Curtis (1823-1840) |

English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 6, J.E. Sowerby (1866)
|

Flora Londinensis, deel 4, William Curtis (1781-1784)
|

Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
|

Introductio generalis in rem herbariam, deel 2, A.Q. Rivinus (1690-1777)
|

Ecphrasis minus cognitarum stirpium, deel 1, F. Colonna (1616)
| 
Florae Austriaceae, deel 2, N.J. von Jacquin (1774)
|
|
|