Naamgeving (Etymologie): De Nederlandse naam komt van wede (wilg). De bladen van de Grote wederik lijken op die van de wilg. Lysimachia is waarschijnlijk afgeleid van en opgedragen aan Lysimachos, de veldheer van Alexander de Grote. Nemorum betekent van de bossen.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm:
Kruid.
Winterknoppen: Chamaefyt of hemikryptofyt.
Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus, september en oktober.
Stengels: De kruipende, kale, iets vierkantige, vertakte stengels wortelen op de knopen. Aan de top gaan ze over in opgerichte bloeistengels. Vaak vormt de plant kleine matten.
Bloemen: Tweeslachtig. De gele, schotelvormige bloemen staan op draaddunne stelen in de oksels van de middelste bladeren. Per bladpaar zie je in beide bladoksels één bloem. Deze wordt 1-1½ cm. Meestal zijn er vijf, maar soms zijn vier kroonbladen. De kelkslippen zijn smal lijn-priemvormigen de kroonslippen zijn afgerond en iets gewimperd. De meeldraden zijn niet met elkaar vergroeid.
Vruchten: Een doosvrucht. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig.
kuleuven-kulak.be/bioweb
kuleuven-kulak.be/bioweb
Digitale zadenatlas
Biotoop
Bodem: Beschaduwde plaatsen op natte tot vrij vochtige, matig voedselrijke tot voerdselrijke, humeuze, zwak zure, vrij kalkarme tot kalkhoudende grond. Vooral op kwelplekken (zand, löss en leem).
Groeiplaatsen: Bossen (natte loofbossen, vooral in brongebieden, langs natte bospaden, bij bronnen en aan de rand van ondiepe, 's winters natte laagten), waterkanten (langs beschaduwde
beekjes) en vochtige bosranden.
Verspreiding
Wereld: West- en Midden-Europa, van West-Noorwegen tot in Portugal en West-Spanje en zuidoostelijk tot op de Balkan en Zuid-Italië. Ook op de Azoren en de Far Oer.
Nederland: Vrij
zeldzaam in Zuid-Limburg, zeldzaam in Twente en in de Achterhoek en zeer zeldzaam in Noord-Brabant en in Drenthe.
Vlaanderen: Vrij algemeen in de Leemstreek. Elders zeldzamer.
Wallonië: Vrij algemeen in Brabant, in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen. Elders zeldzamer.
Toepassingen
Vermeerderen: Scheuren of stekken.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 15, Jan Kops en F.W. van Eeden (1877)
Deutschlands flora, deel 1, J. Sturm, J.W. Sturm (1796-1798)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Abhandlungen aus dem Gebiete der Naturwissenschaften (Hamburg), deel 4, F.W. Klatt (1858-1862)
Flora Londinensis, deel 5, William Curtis (1784-1788)
British phaenogamous botany, deel 4: W. Baxter (1834-1843)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 7, J.E. Sowerby (1867)
Flora regni borussici, deel 10, A.G. Dietrich (1842)
Rariorum plantarum historia, deel 2, C. Clusius (1601)
Anagallis