|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Brilkruid - Biscutella laevigata
Frysk
English-Buckler Mustard
Français-Lunetière lisse
Deutsch-Brillenschötchen
Synoniemen
Familie-Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Brilkruid heeft zijn naam te danken aan zijn vreemde vruchten die doen denken aan een uilenbril. Biscutella komt van het Latijnse bis (twee maal) en scutella (schoteltje), naar de merkwaardige vorm van het hauwtje. Laevigata betekent glad (alsof het gepolijst is).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m augustus.
Afmeting-10-40 cm.
|
|
|
|
Wortels
|
|
|
|
Stengels-Polvormend. De stengels zijn behaard.
|
|
|
|
Bladeren-De kale of behaarde rozetbladen zijn lijnvormig tot langwerpig, in de bladsteel versmald en vaak bochtig getand of gelobd, maar soms gaaf. Eén of twee niet getande stengelbladen.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen groeien in samengestelde trossen. Ze zijn geel, viertallig en 0,5-1 cm. De kelkbladen zijn geelgroen.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Het hauwtje is plat en meer breed (0,4-1 cm) dan lang en met twee platte ronde gevleugelde lobben (brilvormig). Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen op droge, kalkrijke, meestal stenige grond, ook op zandgrond.
Groeiplaatsen-Kalksteenrotsen, puin, rotsige hellingen en droge beekbeddingen in de Alpen.
Verspreiding
Wereld-Midden-, Zuid- en West-Europa. Noordelijk tot in België.
Nederland-Niet in Nederland.
Vlaanderen-Niet in Vlaanderen.
Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl