Naamgeving (Etymologie): Klaver komt mogelijk van een Indogermaanse grondvorm glei (smeren), naar het kleverige vocht van de bloemen. Citroengeel slaat uiteraard op de kleur van de bloemen. Honingklaver bevat veel nectar, vandaar de Nederlandse naam. Melilotus bestaat uit de Griekse woorden meli (honing) en lotus (klaver). Officinalis betekent geneeskrachtig of uit de apotheken.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur: Tweejarig, maar soms eenjarig of meerjarig..
Plantvorm: Kruid. Winterknoppen: Hemikryptofyt. Bloeimaanden: Juli, augustus, september en oktober.
Afmeting: 30-150 cm.
Wortels: Een penwortel. Worteldiepte tot 1 meter.

herbariaunited.org
|

herbariaunited.org
|

herbariaunited.org
|

herbariaunited.org
|
Stengels: De liggende tot rechtopstaande stengels zijn kaal en bossig vertakt.
Bladeren: De blaadjes zijn drietallig. De deelblaadjes
van
de onderste bladeren zijn eivormig en scherp getand, die van de hogere bladeren
zijn smaller. De steunblaadjes hebben meestal geen tanden.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen groeien in slanke losbloemige trossen van 4-10 cm. De 4-7 mm lange bloemen zijn lichtgeel, maar aan het eind van de bloei witachtig. De zwaarden zijn langer dan de kiel. Het vruchtbeginsel is kaal en aan de voet versmald tot een steeltje van 1 mm.
Vruchten: Een doosvrucht. De kale, ruwe peulen zijn eivormig, 3-5 mm. Later worden ze bruin. Ze hebben vijf tot acht dwarsrichels, een duidelijke snavel en bevatten meestal één zaadje. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.

Matt Lavin - CC BY-SA 2.0
|

AnRo0002 - CC0
|

kuleuven-kulak.be
|

dzn.eldoc.ub.rug.nl
|
Biotoop Bodem: Zonnige, min of meer open plaatsen op vochtige tot droge, matig voedselrijke, omgewerkte, vaak kalkhoudende en stenige grond (zand, leem, zavel, klei, mergel en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Omgewerkte grond, ruderale plaatsen, ruigten, zeeduinen, afgravingen (steengroeven), puin, kapvlakten, industrieterreinen, haventerreinen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), bermen, dijken, braakliggende grond en tussen straatstenen.
Verspreiding Wereld: Oorspronkelijk uit Europa en West-Azië. Nu in veel gebieden met een gematigd klimaat op het noordelijk halfrond en op enkele plaatsen op het zuidelijk halfrond.

gbif.org
Nederland: Vrij algemeen. Het meest in stedelijke omgeving. Vrij zeldzaam in Gelderland, Overijssel, Drenthe, Fryslân en Groningen en zeldzaam op de Waddeneilanden.
Rode lijst 2012. Thans niet bedreigd. Trend sinds 1950: stabiel of toegenomen. Algemeen. Al voor 1500 ingevoerd (archeofyt). 
Verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Vrij algemeen. Rode lijst. Thans niet bedreigd.
Wallonië: Vrij algemeen, maar vrij zeldzaam in de Ardennen. Toepassingen Medicinaal: Citroengele honingklaver is een oud geneeskruid tegen ontstekingen, vooral gebruikt als bestanddeel van pleisters.
Motten: Gedroogd werd de plant als motwerend middel toegepast.
Keuken: Sommige likeuren werden ermee gekruid.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Flora Batava, deel 4, Jan Kops (1822)
|

Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen, deel 3, Johan Carl Krauss (1796)
|

Roomsche Mellilote
Cruijdeboek, deel 4, Rembert Dodoens. Corenen, Legumina, Distelen ende dyerghelijcke (1554)
|

Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg
Sturm (1796)
|

Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
|

Botanischer Bilderatlas nach De Candolle's Natürlichem Pflanzensystem, Carl Hoffmann (1884)
|

Botanischer Bilderatlas nach dem natürlichem Pflanzensystem, K. Hoffmann, E. Dennert (1911)
|

Trifolium officinale
Svensk botanik, deel 1, J.W. Palmstruch e.a. (1807)
|

Melilotus officinalis
|

Trifolium melilotus-officinalis
|

Melilotus arvensis
|

A curious herbal, deel 1, E. Blackwell (1737)
|

Melilotus officinalis
|

Melilotus arvensis
|

Die officinellen Pflanzen der Pharmacopoea Germanica, F.G. Kohl (1891-1895)
|
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888) |
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 3, J.E. Sowerby (1864) |

Unsere Unkräuter, Zweite Auflage, L. Klein (1926)
|

Kräuterbuch, Unsere Heilpflanzen in Wort und Bild, Friedrich Losch (1914)
|

Medizinal Pflanzen, deel 1, F.E. Köhler, W. Müller (1887)
|

Atlas des plantes de France, deel 2, Amédée Masclef (1890)
|

Flora Parisiensis, deel 1, P. Bulliard (1776-1781)
|

Nouvelle iconographie fourragère, Atlas, J. Gourdon, P. Naudin (1865-1871)
|

British entomology, deel 4, J. Curtis (1823-1840)
|

Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
|

New Kreüterbuch, L. Fuchs (1543)
|
|
|
|
|