|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Cotoneaster ambiguus
Frysk
English-Dubious Cotoneaster
Français
Deutsch-Zweifelhafte Zwergmispel
Synoniemen
Familie-Rosaceae (Rozenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Cotoneaster komt van Cotoneum (de naam die Plinius gaf aan de kwee) en aster (een verbastering van ad instar), gebruikt om een gelijkenis aan te duiden (lijkt op een kwee). Ambiguus betekent betekent dubbelzinnig, wat verwijst naar de twijfelachtige toewijzing van de soort.
Opmerking - Deze soort heeft nog geen Nederlandse naam.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Fanerofyt.
Hoofdbloei-Mei
Afmeting-1-3 meter.
|
Takken-Roodbruine of grijsbruine, dunne takken.
| |
|
|
Bladeren-Bladverliezend. De bladsteel is 2-5 mm lang en fijn behaard. De steunblaadjes zijn lancetvormig of kijvormig-lancetvormig, fijn behaard en vallen meestal vroeg af. De enkelvoudige, 2,5-6 cm lange en 1,5-3 cm brede bladen zijn eivormig tot ruitvormig-ovaal en puntig aan het bladeinde. De bladnerven aan de bovenzijde zijn niet of nauwelijks ingezonken. Ze zijn aan beide kanten eerst iets witachtig behaard, maar later worden ze kaal.
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De 2-3 mm lange, fijn behaarde schutblaadjes zijn lancetvormig of lijnvormig. Ze vallen vroeg af. De 4-6 mm lange bloemstelen zijn fijn behaard. De 1,5-3,5 cm grote bloeiwijze bevat één tot vijf (zelden tot elf), 7-8 mm grote bloemen. De bloemen zijn aan de buitenkant eerst fijn behaard, maar worden later kaal. De bloemblaadjes staan rechtop. Ze zijn wit met roze vlekken, breed ovaal of bolvormig, 3-4 millimeter lang en bijna even breed, met een stompe punt en een enigszins genagelde basis. De 1-1,5 mm lange en 2-2,5 mm brede kelkbladen zijn driehoekig en toegespitst. De ongeveer twintig meeldraden zijn iets korter dan de bloembladen. De vrijstaande twee tot vijf stijlen steken niet uit boven de meeldraden.
Vruchten en zaden-De (zwart)paarse, vaak behaarde, 0,8-1 cm lange en 6-7 mm brede steenvrucht heeft meestal twee of drie (zelden vier of vijf) zaden. De vrucht is meer lang dan breed. De vruchten rijpen in september en oktober. Tweezaadlobbig.
Biotoop
Bodem-Warmteminnend. Zonnige tot vaak licht beschaduwde plaatsen op matig droge, licht zure tot alkalische, zandig-lemige tot leemachtige, voedselrijke grond
Groeiplaatsen-Bossen.
Verspreiding
Wereld-Uit Centraal- en Zuidwest-China.
Nederland-Ingeburgerd na 2000. Zeer zeldzaam.
Vlaanderen-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Wallonië-Niet in Wallonië.
©2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl