Naamgeving (Etymologie): Zegge stamt uit het Indogermaanse woord seq (snijden). Carex is zeer waarschijnlijk afgeleid van het Latijnse ceiro (ik snij), een verwijzing naar de scherpe kanten van de bladeren. Bohemica verwijst naar Bohemen.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bloemen: Eenslachtig. Eenhuizig. De groene aartjes groeien dicht opeen in een hoofdjesachtige bloeiwijze, de mannelijke aarjes onderaan en de vrouwelijke bovenaan (met twee stempels). De schutbladen zijn 2-15 cm lang.
Bodem: Zonnige, open plaatsen op natte, modderige grond, die in de zomer kan droogvallen.
Groeiplaatsen: Waterkanten en op de bodem van drooggevallen moerassen en vijvers.
Verspreiding
Wereld: In Azië en Europa. Westelijk tot in Duitsland. Het meest in Midden-Europa.
Nederland: Niet in Nederland.
Vlaanderen: Zeer zeldzaam. Voor het laatst gevonden in 1910 bij Hasselt, maar in 2010 werd een exemplaar aangetroffen op de bodem van een drooggelegde vijver in Limburg (Bokrijk).
Wallonië:
Niet in Wallonië.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Cyper-Segge
Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Plantarum indigenarum et exoticarum Icones ad vivum coloratae, deel 5 (1792)
No. 5
Beschreibung und Abbildung der theils bekannten, theils noch nicht beschriebenen Arten von Riedgräsern, C. Schkuhr (1801)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Plantarum minus cognitarum Centuria I-V, deel 4, J.C. Buxbaum (1728-1740)