|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Dagkoekoeksbloem - Silene dioica
Frysk-Reade koekútsblom
English-Red Campion
Français-Compagnon rouge
Deutsch-Rote Lichtnelke
Synoniemen-Melandrium rubrum, Melandrium dioicum
Familie-Caryophyllaceae (Anjerfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-De naam koekoeksbloem is mogelijk ontstaan doordat de planten bloeien als de Koekoek weer in het land is en begint te roepen. In de bladoksels zie je vaak schuim, waarin de larve van een schuimcicade leeft (het koekoeksspuug). Het zou dus ook kunnen dat de naam daarvan afkomstig is. Silene verwijst naar de bosgod Silenus, de Griekse vader van de silenen, die vaak met een dikke buik, net als de kelk van sommige soorten, dronken en rijdend op een ezel werd afgebeeld. Volgens anderen stamt silene af van het Griekse sialon (speeksel), omdat vele soorten kleverig zijn. Dioica betekent tweehuizig.
Kruising-Dagkoekoeksbloem kan een kruising vormen met Avondkoekoeksbloem (Silene x hampeana, Bastaardkoekoeksbloem).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend, zelden tweejarig.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-April t/m december.
Afmeting-30-90 cm.
|
|
|
|
Wortels-Een kruipende wortelstok.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande, ronde stengels zijn zacht behaard, maar ze hebben geen klierharen en zijn dus niet kleverig. De planten groeien vaak in groepen.
|
|
|
|
Bladeren-De tot 10 cm lange, tegenoverstaande bladen zijn breed langwerpig tot eirond en boven het midden het breedst. De middelste en onderste bladen zijn aan de top afgerond met een korte spits. De onderste bladen zijn gesteeld. De bovenste hebben een korte steel of zijn zittend.
|
|
|
|
Bloemen-Eenslachtig. Tweehuizig. De niet geurende, overdag geopende bloemen staan met vele bij elkaar in losse, vertakte bloeiwijzen. Ze zijn roze-rood of zelden wit en 1,8-2½ cm. Vrouwelijke bloemen hebben vijf stijlen en vijf stempels. Mannelijke bloemen hebben tien meeldraden. Bij de slank blijvende, mannelijke kelken zie je tien nerven, bij de dikker wordende, vrouwelijke kelken vaak twintig. De kelken worden tot 1½ cm lang.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-De doosvruchten worden soms iets langer dan 1 cm en hebben tien naar buiten omgerolde tanden. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige tot meestal licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak kalkhoudende, humeuze, zandige grond (zand, leem en laagveen).
Groeiplaatsen-Lichte loofbossen, parkbossen, bosranden, struwelen, hakhoutbosjes, houtwallen, heggen, kapvlakten, slootkanten, hooiland, bermen en duinen.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit koude en gematigde streken in Noord-, West- en Midden-Europa tot in Centraal-Azië.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Algemeen.
Toepassingen
Legende-Dagkoekoeksbloem werd als een duivelsplant beschouwd. Wie de plant plukte zou een vroege dood sterven. Een legende vertelde dat als een kind de Dagkoekoeksbloem plukte zijn vader zou sterven en zijn moeder als het de Avondkoekoeksbloem plukte.
Vermeerderen-Zaaien.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl