|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Donkere vetmuur - Sagina apetala
Frysk-Griene fetmier
English-Annual pearlwort
Français-Sagine apétale
Deutsch-Wimper-Mastkraut
Synoniemen-Tengere vetmuur, Sagina apetala subsp. apetala
Familie-Caryophyllaceae (Anjerfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Sagina betekent meststof. De planten werden meer als mest dan als voedsel gebruikt. Volgens anderen komt sagina echter van saginare (vetmesten). Mogelijk i.v.m. het voeren van vee (bijv. ganzen), die werden vetgemest met sagina. Apetala betekent zonder bloemkroonbladen.
(Onder)soorten- Tot voor kort werden Donkere vetmuur en Uitstaande vetmuur beschouwd als één soort. Tengere vetmuur (Sagina apetala). Later werd Tengere vetmuur verdeeld in twee ondersoorten. Donkere vetmuur (Sagina apetala subsp. apetala) en Uitstaande vetmuur (Sagina apetala subsp. erecta). Tegenwoordig worden ze opgevat als twee afzonderlijke soorten. Donkere vetmuur (Sagina apetala) en Uitstaande vetmuur (Sagina micropetala).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Eenjarig.
Plantvorm-Therofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m juli.
Afmeting-2-10 cm.
|
|
|
|
Wortels-Er is één wortelstelsel.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande stengels zijn draaddun en sterk vertakt. De bloemsteel is na de bloei aan de top gebogen, maar gaat later weer rechtop staan.
|
|
|
|
Bladeren-De donkergroene bladen vormen geen rozet. Ze zijn kaal of de bovenste zijn soms iets klierharig. Ze lopen uit in een 0,3 mm lang stekelpuntje.
| |
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De alleenstaande bloemen groeien op kleverig behaarde of kale stelen. Ze zijn groen of wit, viertallig en 2-4 mm. De kroon is zeer klein en valt spoedig af. De kelkbladen zijn kaal en 1,7-2,2 mm. Meestal liggen ze tegen de rijpe vrucht aan.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-De witgerande, rechtopstaande kelkbladen zijn vaak kort klierharig en liggen meestal tegen de doosvrucht aan. De buitenste twee zijn duidelijk genaald. De doosvrucht steekt voor hoogstens 10% buiten de kelk uit. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig.
| |
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen (pionier) op droge tot vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke grond (zand, steenachtige plaatsen, zavel, löss en tussen grind).
Groeiplaatsen-Spoorwegterreinen, industrieterreinen, braakliggende grond, omgewerkte bermen, in ploegvoren van braakliggende akkers op zandige klei en löss, in de voegen van straatstenen, gruispaden, oppervlakkig ontkalkte duinvalleien, grindgroeven en aan de voet van lage muurtjes.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit West-, Midden- en Zuid-Europa, West-Azië en noordelijk Afrika.
Nederland-Archeofyt. Vrij algemeen.
Vlaanderen-Archeofyt. Waarschijnlijk vrij zeldzaam.
Wallonië-Archeofyt. Waarschijnlijk vrij zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl