Wilde planten in Nederland en België

Donkergroene basterdwederik - Epilobium obscurum

Frysk-Taaie tieneblom

English-Dark-green willow-herb

Français-Epilobe foncé

Deutsch-Dunkelgrünes Weidenröschen

Synoniemen-Donkergroen wilgenroosje

Familie-Onagraceae (Teunisbloemfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Basterdwederik dankt zijn naam aan het feit dat de bladen lijken op die van de wederik. Epilobium is van oorsprong een Oud-Griekse naam. epi (op), lobos (hauw of peul) en ion (viool). De zaaddoos lijkt op een hauw en de bloem lijkt op Viola matronalis (Hesperis matronalis - Damastbloem), maar verschilt daarvan doordat de bloem op het vruchtbeginsel (zaaddoos) is geplaatst. Obscurum betekent donker.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Juli en augustus.

Afmeting-20-90 cm.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Wortels-Een wortelstok met ondergrondse en bovengrondse uitlopers, die in een knop eindigen.


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-Ronde, zwak behaarde stengels met twee tot vier smalle lijsten. De stengels zijn gemakkelijk samen te drukken.


Jerzy Opiola - gfdl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Bladeren-De meeste bladen staan tegenover elkaar, maar de bovenste staan verspreid. Ze zijn donkergroen, eirond tot meestal langwerpig, dun en teer. Aan de rand zijn ze verwijderd zwak getand. Ze hebben een wigvormige voet en vrijwel geen steel.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Alain Bigou - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Bloemen-Tweeslachtig. De bloemknoppen zijn stomp. De uitgerande, 4-7 mm lange kroonbladen zijn roze tot paarsroze. Kelkbladen met afstaande klierharen. De stempel is knotsvormig en minder dan half zo lang als de stijl.


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Alain Bigou - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Vruchten en zaden-De doosvrucht is 4-6 cm en met klierharen. Tweezaadlobbig.


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of meestal licht beschaduwde, vrij open plaatsen op vochtige of natte, matig voedselarme tot voedselrijke, weinig of niet bemeste, zwak zure grond (zand en veen).

Groeiplaatsen-Voedselrijke oevers, langs weilandbeekjes, slootkanten, zandstrandjes langs bosbeken en vijvers, lichte loofbossen, moerasbossen, drassige kapvlakten, laagveenmoerassen en duinvalleien.

Verspreiding

Wereld-Europa, behalve in het noordoosten. Ook in Noordwest-Afrika.

Nederland-Inheems. Vrij zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.

Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl