Dwergrus - Juncus pygmaeus

Frysk Lytse rusk

English Pygmy Rush

Français Jonc nain (Jonc pygmée)

Deutsch Zwerg-Binse

Synoniemen Juncus mutabilis

Familie Juncaceae (Russenfamilie)

Naamgeving (Etymologie) Juncus komt van het Latijnse jungere (verbinden), omdat soorten van dit geslacht werden gebruikt als bind- en vlechtmateriaal. Pygmaeus betekent dwergachtig.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur Eenjarig.

Plantvorm Therofyt.

Hoofdbloei Mei t/m november.

Afmeting 2-10 cm.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl


© Bert Blok - verspreidingsatlas.nl


Giuliano - cc by-nc-nd 4.0

Wortels


herbariaunited.org


herbariaunited.org


Bertrant Brui - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


herbariaunited.org

Stengels Meestal groeit de soort in polletjes, maar soms is er maar één stengel. De rechtopstaande tot schuin afstaande stengels zijn lichtgroen of iets rood, weinig vertakt en aan de voet niet verdikt. De stengels zijn alleen in de onderste helft van de stengel (met meestal minstens één blad) of vaak alleen maar aan de voet bebladerd.


Marie Portas - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Bertrant Brui - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Marie Portas - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bladeren De schede van de onderste bladen met twee afgeronde oortjes. De bladen zijn zwak gootvormig en door dwarsschotjes (die van buiten nauwelijks zichtbaar zijn) in kamertjes verdeeld.


Knud Knudsen - cc by 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bloemen Tweeslachtig. Het onderste schutblad is ongeveer even lang als de langste schermtakken. De schutbladen onder het hoofdje vliezig en meestal korter dan de bloemen. Een bloemscherm met één tot vijf, zelden tot negen, zittende tot langgesteelde hoofdjes. Afzonderlijke bloemen zonder steelblaadjes aan de voet. De hoofdjes zijn half-bolrond met rechtopstaande en afstaande, langwerpige tot ruim 0,5 cm lange bloemen. De bloemdekbladen zijn lijnvormig tot langwerpig met een smal vliezig randje en een stompe tot meestal vrij spitse top. De buitenste bloemdekbladen zijn even lang als de binnenste. De bloemen hebben drie tot zes meeldraden.


Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl


Giuliano - cc by-nc-nd 4.0


Marie Portas - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Knud Knudsen - cc by 4.0

Vruchten en zaden Een doosvrucht. Eenzaadlobbig.


herbario.ipe.csic.es


Bertrant Brui - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem Zonnige, warme, open plaatsen (pionier) op natte, voedselarme, met name fosforarme, zwak zure, kalkarme grond (zand en leem). Plekken die een groot deel van het jaar onder water staan, maar in de zomer droogvallen.

Groeiplaatsen Droogvallende bodems van vennen, plagplekken in heide, langs poelen en duinplassen en ijsbaantjes.

Verspreiding

Wereld Het Middellandse-Zeegebied en kustgebieden in West-Europa.

Nederland Inheems. Zeer zeldzaam.

Vlaanderen Inheems. Waarschijnlijk verdwenen. Mogelijk voor het laatst gevonden in 1860.
Wallonië Niet inheems. Verdwenen.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl