Wilde planten in Nederland en België

Dwergvlas - Radiola linoides

Frysk-Heideflaaks

English-Allseed

Français-Radiole faux-lin

Deutsch-Zwerg-Lein

Synoniemen

Familie- Linaceae (Vlasfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Radiola komt van het Latijnse radius (straal), omdat de kelkslippen en de kleppen van de doosvrucht straalvormig uitstaan. Linoides betekent vlasachtig.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig.

Plantvorm-Therofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m september.

Afmeting-2-10 cm.


Hajotthu - cc by 3.0


Hajotthu - cc by 3.0


Hajotthu - cc by 3.0


korseby.net - cc by-sa-nc 3.0

Wortels


Emmanuel Stratmains - tela-botanica.org - cc by-sa-2.0 fr


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-De kale, grijsgroene stengels zijn draadvormig. Ze zijn vanaf de voet regelmatig gevorkt.


Hajotthu - cc by 3.0


Hajotthu - cc by 3.0


Kristian Peters - cc by-sa 3.0


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Bladeren-De tegenoverstaande blaadjes zijn ellipitisch en met maar één nerf.


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Giuseppe Trombetti - cc by-nc-nd 4.0


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Bloemen-Tweeslachtig. De witte, viertallige bloemen zijn kort gesteeld. De kroonbladen zijn 1-2 mm. De drietoppige kelkbladen zijn even lang als de kroonbladen.


Kristian Peters - cc by-sa 3.0


korseby.net - cc by-sa-nc 3.0


© Grada Menting - verspreidingsatlas.nl


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Vruchten en zaden-Een doosvrucht. De kleine vruchten zijn bolvormig en de zaden zijn eivormig. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Margriet Kampman/Jan van der Meer - cc by-nc-nd 4.0


Ingrid_plache - cc by-nc 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen (pionier) op vochtige tot vrij natte, matig voedselarme, zwak zure grond (zand, leem, veen en stenige plaatsen).

Groeiplaatsen-Langs heidepaadjes en schelpenpaadjes, droogvallende bodems van vennen, open plekjes in heischraal grasland, schraal hooiland, schraal weiland, duinvalleien, laagblijvend duingrasland, droogvallende bodems van duinplasjes, akkers, tussen straatstenen en op droogvallende bodems van vijvers en ijsbaantjes.

Verspreiding

Wereld-Hoofdzakelijk in West- en Midden-Europa, meer naar het oosten wordt de plant steeds zeldzamer. Ook op enige verspreide plaatsen in Afrikaanse gebergten.

Nederland-Inheems. Zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl