|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Echte guldenroede - Solidago virgaurea
Frysk-Goudgjirde
English-Goldenrod
Français-Solidage verge d'or
Deutsch-Echte Goldrute
Synoniemen
Familie-Asteraceae (Composietenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Guldenroede wordt zo genoemd vanwege de rechte stengel (roede) en de goudgele (gulden) bloemen. Solidago komt van solidare of solidum agare (gezond maken, helen of vastmaken), omdat guldenroede bekend stond als een wondhelende plant. Virgaurea is afgeleid van virga (roede) en aureus (gouden). Virgauria komt uit het latijn en betekent goudkleurige twijg.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juli t/m november.
Afmeting-30-100 cm.
|
|
|
|
Wortels-Diep wortelend met een korte wortelstok. Er zijn geen uitlopers.
Stengels-De rechtopstaande, gladde en maar weinig vertakte stengels (behalve in de bloeiwijze) zijn meestal zwak en kort behaard. In de pluim staan de vrij korte takken schuin omhoog.
|
|
|
|
Bladeren-Er wordt eerst een rozet gevormd (vaak met een zijdelings rozet). De bladen zijn vrij donkergroen. De onderste bladen zijn groter en breder, eirond tot langwerpig en boven het midden het breedst. Ze hebben een verwijderd gezaagde rand en zijn aan de voet versmald tot een vleugelrand langs de hoofdnerf (ze zijn langer gesteeld dan de hogere bladen). De verspreidstaande hogere bladen zijn smaller, minder gezaagd en (vrijwel) zittend.
|
|
|
|
Bloemen-Polygaam. De heldergele bloemhoofdjes vormen samen lange, vrij smalle pluimen (tros- of pluimvormig) met korte, schuin omhoog staande zijtakken. De bloemhoofdjes zijn 1-1,8 cm. Er zijn zes tot twaalf lintbloemen, die duidelijk buiten de hoofdjes uit komen. De omwindselbladen zijn lijnvormig, groenachtig geel en vliezig gerand. Het vruchtbeginsel is onderstandig.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een nootje met vruchtpluis. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige tot vaak licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot matig vochtige, matig voedselarme, meestal zwak zure, maar soms kalkhoudende, min of meer humeuze en meestal lemige grond met vaak een matig verterende strooisellaag (leem, lemig zand, mergel en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen-Loofbossen, langs bospaden, bosranden, struwelen, houtwallen, kapvlakten, lichte ruigten, heide, schraal hooiland, heischraal grasland, bermen, spoorbermen, spoorwegterreinen, dijken, langs sloten, beekoeverwallen en mergelwanden.
Verspreiding
Wereld-Koude en gematigde streken in Europa en Azië. In Noord-Amerika en Oost-Azië komen sterk verwante soorten voor.
Nederland-Inheems. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.
Wallonië-Inheems. Vrij algemeen.
Toepassingen
Medicinaal-Echte guldenroede werd gebruikt bij blaas- en nierproblemen en als een wondKruid. bij kneuzingen, snijwonden en vooral bij verwondingen op het slagveld. De bladeren werden op de wond gelegd of er werd een aftreksel van gemaakt dat je moest opdrinken.
Verfstof-De bloemhoofdjes leveren een goudgele verfstof voor het verven van wol of katoen.
Bijgeloof-Volgens een oud verhaal kon de Guldenroede de plaats van begraven schatten onthullen. Wie veel bloemen bij zijn huis had staan zou veel voorspoed en rijkdom krijgen.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl