Frysk-Kamelle English-German Chamomile Français-Camomille allemande Deutsch-Echte Kamille Synoniemen-Matricaria recutita, Chamomilla recutita Familie-Asteraceae (Composietenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Kamille is een verbastering van het Griekse chamaimelon. De geslachtsnaam komt van het Latijnse matrix (baarmoeder) of mater (moeder) en caria (zorg), omdat de planten werden gebruikt bij vrouwenziekten. Volgens anderen komt de naam van mata cara (geliefde moeder), omdat de plant was gewijd aan de heilige Anna, de moeder van de maagd Maria. Chamomilla (kamille) is afkomstig van het Griekse woord chamaimelon. Camai of chamai betekent grond of op de grond en millon of melon is appel. Waarschijnlijk is deze naam ontstaan omdat het op de grond groeiende plantje enigszins naar appels ruikt. Dit blijkt ook uit Vlaamse naam Appellijn. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Eenjarig. Plantvorm-Therofyt. Hoofdbloei-Mei t/m november. Afmeting-10-40 cm.
Wortels-Ondiep wortelend.
Stengels-Meestal vrij sterk geurend. De opstijgende of rechtopstaande, kantige stengels zijn vertakt en glanzend donkergroen.
Bladeren-De verspreidstaande bladen zijn twee- tot drievoudig veerdelig met vrijwel rolronde, lange, smalle, lijnvormige slippen. De middennerf is slechts weinig breder dan de grotere zijslippen.
Bloemen-Polygaam. De 1-2½ cm grote bloemhoofdjes staan op lange stelen. De vrijwel altijd aanwezige lintbloemen zijn wit. De vijftandige buisbloemen zijn geel. Tijdens de bloei verlengt de bloemhoofdjesbodem zich en wordt kegelvormig, hierdoor buigen de lintbloemen naar beneden. De bloembodem is hol (er zijn geen strioschubben) en kan wel twee tot drie keer zo hoog als breed worden. De omwindselbladen hebben geen bruine rand of ze hebben een bruinachtig topje. Het vruchtbeginsel is onderstandig.
Vruchten en zaden-De nootjes zijn afgerond en zwak geribd. Er is geen vruchtpluis en eveneens geen olieklieren aan de buitenkant. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op droge tot vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke, min of meer humeuze, omgewerkte, zwak zure tot kalkrijke grond (rivierklei, zeeklei, leem, löss, mergel, en zand). Groeiplaatsen-Akkers, braakliggende grond, dijken, wegranden, nieuw aangelegde bermen, tuinen, plantsoenen, ruderale plaatsen, stortterreinen, zandgroeven, plantsoenen, duinen en zoutsteppen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Zuid-Europa. Nederland-Archeofyt. Algemeen. Vlaanderen-Archeofyt. Algemeen. Wallonië-Archeofyt. Algemeen. Wetenswaardigheden In het volksgeloof in de Middeleeuwen was de werking van de plant het grootst als hij voor Sint Jan werd geplukt. Na die datum zou hij schadelijk zijn bij gebruik, omdat hij door heksen zou zijn besprenkeld. Als afweerkruid zou de plant heksen weg houden als hij aan het huis werd gehangen. Kamille is ontstekingsremmend, krampwerend, rustgevend en pijnstillend. Met name bij spijsverteringsklachten, veroorzaakt door stress, wordt kamille vaak toegepast. De plant mag echter niet te lang achter elkaar worden gebruikt. In de homeopathie wordt het o.a. toegepast bij kinderen met klachten tijdens het krijgen van tanden, met name als ze daarbij last hebben van diaree. Ook wordt Kamille gebruikt in shampoo voor blond haar (blonde haren worden er lichter door en krijgen een mooiere glans). Van de gedroogde kamille wordt thee gezet voor onder meer mondspoeling. Echte kamille wordt o.a. verbouwd in Zuidoost-Europa, Egypte, India en Argentinië. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |