Naamgeving (Etymologie): Sorbus komt van sobere (opslurpen). De soortaanduiding torminalis (koliek verwekkend) slaat op maagpijn, waarbij deze vruchten verlichting kunnen bieden.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De eironde bladeren hebben drie tot vier paar driehoekige spitse lobben. De onderste zijn groot en staan loodrecht af. Ze zijn getand. De onderkant is eerst grijsviltig behaard, maar wordt later kaal. Aan beide kanten zie je vier of vijf opvallende nerven.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde, warme plaatsen op droge, kalkhoudende, vaak kleiige grond.
Groeiplaatsen: Bossen (loofbossen) en struwelen.
Verspreiding
Wereld: Zuidwest-Azië, Noord-Afrika en Zuid- en Midden-Europa. Ook op de Britse eilanden en in Denemarken.
Nederland: Niet ingeburgerd.
Vlaanderen: Niet ingeburgerd.
Wallonië: Zeldzaam in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen.
Toepassingen
Aan de vruchten worden geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven. Het vruchtvlees van de bessen is eetbaar als ze een diep rode kleur krijgen. De zaden zijn niet eetbaar.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen, deel 6, Johann Carl Krauss (1801)
Cruijdeboek, deel 6, Rembert Dodoens. Van der boomen, haghen, ende alle houtachtighe gewassen, en van huerder vruchten, gummen ende sapen ondersceet, fatsoen, naem, natuere, cracht ende werkinghe (1554)
Unsere Waldbäume, Sträucher und Zwergholzgewächse, L. Klein (1910)