Naamgeving (Etymologie): De Nederlandse naam heeft te maken met de grasachtige bladen. Armeria is ontstaan uit de Keltische woorden ar (nabij) en mo(er) (de zee), dus een plant die nabij de zee groeit. Maritima betekent van of aan de zee.
Ondersoorten: Armeria maritima subsp. maritima en Armeria maritima subsp. halleri. Elders komen ook nog veel meer ondersoorten voor.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bloemen: Tweeslachtig. De geurende bloemen vormen samen dichtbloemige hoofdjes van1½-2½ cm breed. Meestal zijn ze roze, maar soms rood of wit. Elke bloem (6-8 mm) heeft vijf kroonbladen. De kelkbuis heeft behaarde ribben, maar tussen de ribben kunnen ze kaal of behaard zijn. De kelkslippen zijn kort genaald. Onder het hoofdje zie je een aantal schutbladen. De buitenste schutbladen hebben een groene middenstreep die vaak eindigt in een spitsje. De binnenste schutbladen zijn vliezig en stomp. Onder de bloeiwijze bevindt zich een naar beneden wijzende, iets uitstaande schede. Elke bloem heeft een eenhokkig bovenstandig vruchtbeginsel, vijf stijlen,vijf stempels en eveneens vijf meeldraden.
Vruchten: Een eenzadige, openspringende vrucht (een driekleppige doosvrucht), met een vliezige kelk.
De zaden zijn zeer kortlevend
(korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zilte grond (zand, leem, zavel, lichte klei en stenige plaatsen). Armeria maritima subsp. halleri: Op zinkhoudende grond.
Groeiplaatsen: Hoge zandige kwelders (schorren), groene stranden, zeedijken, zeeklippen, grasland (brak hooiland en laag blijvend grasland achter zeedijken),
bermen van gepekelde autowegen, rotsen (bergen), zeeduinen, tuunwallen (Texel) en op zandduintjes langs het IJsselmeer. Armeria maritima subsp. halleri: Grasland (zinkweiden en gazons van vroegere metaalfabrieken) en bermen (langs wegen in de buurt van metaalfabrieken waar in de bodem zinkafval is verwerkt).
Verspreiding
Wereld Kuststreken in koude en gematigde streken op het noordelijk halfrond en in Europese berggebieden.
Nederland: Armeria maritima subsp. maritima: Vrij algemeen op de Waddeneilanden, vrij zeldzaam langs de Waddenzeekust, in het Deltagebied en aan de Hondsbossche Zeewering, zeldzaam langs
het IJsselmeer. In het binnenland in gepekelde bermen van autowegen. Armeria maritima subsp. halleri: Zeer zeldzaam langs de Geul in Zuid-Limburg.
Vlaanderen: Zeldzaam in het kustgebied. De soort is hier sterk achteruitgegaan. Alleen in het Zwin bij Knokke komt de soort nog in groter aantal voor.
Wallonië: Zeer zeldzaam, o.a. in zinkweiden langs de Vesder.
Toepassingen
De plant wordt ook in de siertuin gebruikt en dan vaak met rode bloemen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 3, Jan Kops (1814)
Naauwkeurige beschrijving der aardgewassen. Eerste boek. Van allerley boomen, Abraham Munting (1696)
Deutschlands flora, deel 1, J. Sturm, J.W. Sturm (1796-1798)
Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Armeria maritima - Armeria maritima subsp. elongata
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Statice armeria - Armeria sibirica
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Bilder ur Nordens Flora, deel 1, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
British entomology, deel 2, J. Curtis (1823-1840)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
The vegetable system, A history of the aggregates, or cluster-headed plants, deel 5, John Hill (1772)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 7, J.E. Sowerby (1867)
Favourite flowers of garden and greenhouse, deel 3, E. Step, D. Bois, D.G.J.M. Bois (1896-1897)
Botanischer Bilderatlas nach dem natürlichem Pflanzensystem, K. Hoffmann, E. Dennert (1911)
Botanische wandtafeln, A. Peter (1901)
Flora Parisiensis, deel 6, P. Bulliard (1776-1781)
Hortus botanicus Vindobonensis, deel 1, N.J. von Jacquin (1770)
Plantarum seu stirpium icones, deel 1, M. de Lobel (1581)
Hortus floridus, fasicle pars altera, C. van de Passe (1614)