Frysk-Finneraai English-Perennial ryegrass Français-Ray-grass anglais Deutsch-Deutsches Weidelgras Synoniemen Familie-Poaceae (Grassenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Raaigras komt van het Engelse rye-grass. De naam Engels raaigras stamt uit de tijd dat het graszaad uit Engeland werd geïmporteerd. Lolium is de oude naam voor raaigras of dolik. De herkomst van deze naam is niet bekend. Perenne betekent overblijvend of bestendig. Kruisingen-Trosraaigras is de bastaard (hybride) van Beemdlangbloem en Engels raaigras. Tussen Engels raaigras en Italiaans raaigras kunnen vruchtbare bastaarden ontstaan, plaatselijk komen bastaardzwermen voor. Lolium x hybridum wordt ook ingezaaid. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Hemikryptofyt. Hoofdbloei-Juni t/m november. Afmeting-10-90 cm.
Wortels-Geen wortelstokken en eveneens geen uitlopers.
Stengels-De rechtopstaande, gladde stengels (ook bovenaan) zijn onderaan gewoonlijk roodachtig. Zoden vormend.
Bladeren-De donkergroene bladen zijn 3-4 mm breed. Aan de bovenkant zijn ze fijn gegroefd. Ze hebben een glanzende onderkant. Voor ontplooiing zijn ze overlangs samengevouwen. Op de overgang van bladschede naar de bladschijf zie je een vliezig, ingesneden tongetje van 1 mm of iets langer. Ook zie je daar oortjes.
Bloemen-Tweeslachtig. Er zijn veel platte, smalle aren. De aaras is vrijwel helemaal glad. De aar is 10-20 cm. De aartjes (met vijf tot zeven bloemetjes) zijn tot 2 cm lang. Ze zitten met één kant tegen de as van de bloeiwijze aangedrukt. De kroonkafjes (lemma) hebben geen naalden of ze zijn kort stekelpuntig. Ze zijn ongeveer even lang als de kelkkafjes. Het onderste kelkkafje heeft vijf nerven. en is ongeveer 3/4 keer zo lang als het aartje. Als de bloemetjes bloeien zie je de helmdraden met de helmknoppen naar buiten steken.
Vruchten en zaden-Een graanvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige plaatsen op meestal vochtige, soms vrij natte of matig droge, voedselrijke tot zeer voedselrijke, zoete tot brakke, vaak betreden grond (tredplant). Vooral op klei, maar ook op zand en veen. Groeiplaatsen-Weiland, gazons, zwaar bemest grasland, uiterwaarden, bermen, wegranden, omgewerkte grond, dijken, betreden en bereden plaatsen, brakke kwelders of schorren, duinen, tussen straatstenen (weinig belopen delen van trottoirs en parkeerplaatsen), weinig belopen delen op spoorwegterreinen (perrons), middenstroken van wagensporen en aan de voet van laan- en parkbomen. Verspreiding Wereld-Vermoedelijk oorspronkelijk uit het Middellandse-Zeegebied. Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen. Wallonië-Inheems. Algemeen. Kweekbedrijven hebben talloze rassen gecreëerd. Het heeft in niet doorgeschoten toestand een hoge voederwaarde. Als weidegras geeft het hogere opbrengsten dan als maaigras. Engels raaigras is goed bestand tegen betreding. Het wordt ingezaaid in weiland, sportvelden en speelgazons. De vroegste teelt van graszaad vond reeds plaats begin 1600 in Oxfordshire in Engeland en breidde zich in Engeland sterk uit. Dit zaad werd op het vasteland onder de naam Engelsch raaigras in de handel gebracht. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |