Epimedium - Epimedium alpinum

Frysk

English Alpine barrenwort

Français Chapeau-d'évêque (Épimède des Alpes, Épimédium des Alpes)

Deutsch Alpen-Sockenblume

Synoniemen Elfenbloempje, Elfenbloem

Familie Berberidaceae (Berberisfamilie)

Naamgeving (Etymologie) Epimedium is afgeleid van de oude Griekse plantennaam epimêdion. Alpinum betekent Alpenbewonend.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur Overblijvend.

Plantvorm Geofyt.

Hoofdbloei April t/m juli.

Afmeting 6-30 cm.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Krzysztof Ziarnek - cc by-sa 4.0

Wortels Een horizontale wortelstok met ondergrondse uitlopers.


Universität Wien - cc by 4.0


Biologiezentrum der Oberoesterreichischen Landesmuseen - cc by-sa 4.0


Biologiezentrum der Oberoesterreichischen Landesmuseen - cc by-sa 4.0


biodiversity naturalis - cc0

Stengels Een rechtopstaande, ronde stengel.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Bladeren De bladen zijn meestal dubbel (soms drie maal) drietallig. De gesteelde blaadjes zijn (scheef) eirond-hartvormig, gewimperd gezaagd tot fijn gestekeld en spits of toegespitst. Aan alle vertakkingen zie je kleine steunblaadjes.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Bloemen Tweeslachtig. Bloemen in een meestal vertakte losse tros (soms niet vertakt). Alle bloemstelen zijn met gelede klierharen bezet. De bloemen zijn van buiten roodachtig en van binnen geel. De kelk en kroon zijn viertallig. De kroonbladen zijn rood, hol, spits en staan wijd uit. De bijkroonbladen zijn geel en korter dan de kroonbladen. De kelkbladen zijn groenachtig rood, vallen voor het opengaan van de bloem af en zijn half zo lang als de kroonbladen. Er zijn vier cilindervormige honingklieren en eveneens vier rechtopstaande meeldraden.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Fir99 - cc by-sa 4.0


Roland.aprent - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden Een veelzadige, hauwachtige kokervrucht of doosvrucht, die met twee ongelijke kleppen openspringt. Tweezaadlobbig.


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem Schaduwrijke plaatsen op droge tot vochtige, goed water doorlatende, kalkrijke en voedselrijke, organische grond (lemige en stenige grond).

Groeiplaatsen Loofbossen, bosjes, struwelen, oude parken, landgoederen en verlaten tuinen.

Verspreiding

Wereld Oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa.

Nederland Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.

Vlaanderen Ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Wallonië Ingeburgerd. Zeer zeldzaam.

Toepassingen

Gekweekt in tuinen, o.a. als bodembedekker.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl