Frysk-Fyn skieppegers English-Fine-leaved Sheep's Fescue Français-Fétuque à feuilles ténues Deutsch-Haar-Schafschwingel Synoniemen-Festuca ovina subsp. tenuifolia, Festuca tenuifolia, Fijnbladig schapengras Familie-Poaceae (Grassenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Festuca komt van het keltische fest (weiland). Filiformis betekent draadvormig. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend Plantvorm-Hemikryptofyt. Hoofdbloei-Mei t/m augustus. Afmeting-10-40 cm.
Wortels-Geen wortelstokken.
Stengels-Dichte pollen vormend.
Bladeren-De bladen zijn vaak grijsgroen. De stengelbladen zijn vlak of stijf ingerold. De wortelbladen en de bladeren van niet-bloeiende spruiten zijn stijf ingerold (borstelvormig) en meestal draadvormig. De bladschede is bijna tot onderaan open. Het tongetje is zeer kort. Bladen van niet-bloeiende stengels zijn 0,2-0,4 mm breed, met aan de bovenkant één rib en met vijf vaatbundels.
Bloemen-Tweeslachtig. Een samengetrokken, 3-12 cm lange bloempluim met rechtopstaande zijtakken. De aartjes zijn 3,3-5,8 mm. Het onderste, 2,5-4,3 mm lange kroonkafje (lemma) is kaal. Het naaldje wordt hoogstens 0,4 mm, maar is meestal korter.
Vruchten en zaden-Een graanvrucht. Eenzaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige of licht beschaduwde, open tot grazige plaatsen op droge, voedselarme, niet bemeste, meestal kalkarme, zure tot vaak zwak zure, licht humeuze tot venige grond (zand, leem, veen, zavel en stenige plaatsen). Groeiplaatsen-Duinen, langs heidepaadjes, schraal hooiland, bermen, dijken, langs spoorwegen, stuifzand, lanen, bosranden, lichte loofbossen en op de bovenrand van krijthellingen die bedekt zijn door lemige, zandige of grindrijke afzettingen. Verspreiding Wereld-Voornamelijk in West- en Midden-Europa. Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen. Wallonië-Inheems. Vrij algemeen. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |