Wilde planten in Nederland en België

Fladderiep - Ulmus laevis

Frysk-Klapperyp

English-European White Elm

Français-Orme lisse

Deutsch-Flatter-Ulme

Synoniemen-Steeliep

Familie-Ulmaceae (Iepenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Ulmus is mogelijk afgeleid van het Keltische elm, waarmee de iep werd aangeduid, volgens anderen komt het van het Griekse iopos (schors), vanwege de kurkachtige schors van sommige soorten en volgens nog weer anderen is Ulmus afkomstig van lupus (wolf), vanwege de ruwe bladen. Laevis betekent glad of kaal.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Fanerofyt.

Hoofdbloei-Maart en april.

Afmeting-Tot 35 meter.


Jean-Pol Grandmont - cc by-sa 3.0


Jean-Pol Grandmont - cc by-sa 3.0


Tivadar Nemesi - cc by-sa 3.0


Vilensija - cc by-sa 3.0

Wortels-Een hartwortelstelsel.

Ptelea - Public Domain


Guido Gerding - cc by-sa 3.0


Guido Gerding - cc by-sa 3.0


Guido Gerding - cc by-sa 3.0

Stam-De schors is dofgrijs of lichtbruin en zit vol gladde richels. Oudere stammen zijn gegroefd. De kroon is vrij smal.


AnRo0002 - cc0


AnRo0002 - cc0


Gmihail - cc by-sa 3.0 rs


Vilensija - cc by-sa 3.0

Takken-De jonge takken zijn roodbruin en behaard.


Velela - Public Domain


Andrzej Otrebski - cc by-sa 3.0


Dimìtar Nàydenovi - cc by-sa 3.0


AnRo0002 - cc0

Bladeren-De verspreidstaande, 6-12 cm grote bladeren zijn vrij rond tot omgekeerd eirond met twaalf tot negentien paar zijnerven (de zijnerven bij de bladrand zijn niet gevorkt), kort toegespitst en met een zeer scheve voet (het verschil is soms wel 1 cm). De bladrand is dubbel-gezaagd. De tanden zijn sterk gekromd, wijzen iets naar voren en zijn spits. De onderkant is zacht behaard. De bovenkant wordt later vaak kaal en glad. De smalle steunblaadjes vallen snel af.


AnRo0002 - cc0


AnRo0002 - cc0


Ptelea - cc by-sa 4.0


Ptelea - cc by-sa 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloemstelen zijn 0,6-2½ cm. De bloemen verschijnen voor de bladeren. Ze hangen aan lange stelen in groepen bij elkaar en vormen een lange tros. Er zijn vier tot acht bloemdekbladen en drie tot twaalf meeldraden. Het vruchtbeginsel is bovenstandig, waarvan de rand begroeid is met fijne, korte haren.


Hermann Schachner - cc0


Hermann Schachner - cc0


Algirdas - cc by-sa 3.0


Velela - Public Domain

Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchtsteel is 0,6-2,5 cm. De eironde vruchten zijn 1-1½ cm. De vleugelnootjes hebben een dicht behaarde rand (gewimperd). Het platte, ovale zaadje (3-4 mm) zit in het midden. Tweezaadlobbig.

Ptelea - Public Domain


Hermann Schachner - cc0


Petr Filippov - cc by-sa 3.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke grond (lemig zand, leem, mergel en rivierklei).

Groeiplaatsen-Langs beken en rivieren, loofbossen, ravijnbossen, heggen en langs holle wegen. Ook in het open veld.

Verspreiding

Wereld-West-Azië en Midden- en Oost-Europa.


Nederland-Inheems. Zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl