Frysk

English-Big-flowered tellima (Fringecups)

Français-Tellime à grandes fleurs

Deutsch-Falsche Alraunenwurzel (Großblütige Tellima)

Synoniemen

Familie-Saxifragaceae (Steenbreekfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Telima zou een anagram zijn van Mitella (een ander geslacht uit de Steenbreekfamilie). Grandiflora betekent grootbloemig. Franjekelk verwijst uiteraard naar de franje-achtige kelk.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Mei en juni.

Afmeting-30-75, soms tot 90 cm.

Stengels-Een rechtopstaande, behaarde bloeistengel.

Salicyna - cc by-sa 4.0	Evan Sedlock - cc by 4.0
Agnes Monkelbaan - cc by-sa 4.0	Magnus Manske - cc by-sa 3.0

Bladeren-Wintergroen. De gesteelde, tot 10 cm grote bladen zijn hartvormig-rondachtig of niervormig, zwak gelobd (vijf-, maar soms drie- tot negen lobbig) en getand. De onderste bladen vormen een samen bladrozet. Verspreid op de stengel zie je twee of drie grote bladen.

Bloemen-Tweeslachtig. Eenzijdige, rechtopstaande trossen met veertien tot dertig iets knikkende, groenachtig gele bloemen. De vijf kroonbladen zijn 4-6 mm en hebben aan de voorkant een gleuf. Tijdens de bloei zijn de franjerijke kroonbladen sterk teruggeslagen en kunnen soms rozerood verkleuren. De bloemen hebben tien meeldraden, twee stijlen en een opgeblazen kelk.

Vruchten en zaden-Een doosvrucht. Tweezaadlobbig.

Biotoop

Bodem-Licht beschaduwde of halfbeschaduwde plaatsen op vochthoudende, matig voedselrijke, liefst humeuze zandgrond en stenige plaatsen.

Groeiplaatsen-Muren en zandige plaatsen.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit Noord-Amerika. In Europa gekweekt als kamer- en tuinplant en daarna verwilderd en ingeburgerd.

Nederland-Ingeburgerd tussen 1975 en 1999. Vrij algemeen.

Vlaanderen-Ingeburgerd. Vrij zeldzaam. Voor het eerst gevonden in 1932, maar met name heeft de soort zich uitgebreid in de jaren negentig van de vorige eeuw.

Wallonië-Ingeburgerd. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl