Naamgeving (Etymologie): De soort heeft zijn Nederlandse naam te danken aan de kanstanjevormige wortelknol. Conopodium komt van het Griekse konos (kegel). Majus betekent groter.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Geofyt.
Bloeimaanden: Mei, juni, juli.
Afmeting: 20-70 cm.
Wortels: De wortels zijn bijna bolvormig en vlezig.
Stengels: De stengels zijn vrijwel niet behaard, weinig geribd en na de bloei
hol.
Bladeren: De driehoekige bladeren zijn, twee- tot drievoudig geveerd met lijnvormige blaadjes. De onderste met enigszins eivormige slippen,
de bovenste met lijnvormige slippen en een schedevormende steel.
Bloemen: Meestal zijn de bloemen eenslachtig. Samen vormen ze schermen van 3-7 cm met zes tot twintig stralen. De witte, 1-3 mm grote bloemen zijn aan de buitenkant vaak bruin generfd. Er zijn nul, één of twee omwindselblaadjes.
Vruchten: Een splitvrucht. De langwerpige
vruchten
zijn 3-5 mm lang en hebben smalle, vlakke, onopvallende ribben. De deeelvruchten zijn vierkantig. De stijlen staan rechtop en zijn naar de voet geleidelijk verbreed. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop
Bodem: Zonnige tot meestal licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, humeuze, zwak zure grond (zand en leem).
Groeiplaatsen: Bossen (loofbossen), bosranden, struwelen, grasland (ruig grasland) en grazige heide.
Verspreiding
Wereld: West-Europa (o.a. in Noorwegen, Ierland, Groot-Brittannië en Frankrijk).

gbif.org
Nederland: Zeer zeldzaam in het oosten van het land en in de Kempen. Rode lijst 2012. Gevoelig. Trend sinds 1950: stabiel of toegenomen. Zeer zeldzaam. Ingeburgerd tussen 1950 en 1974.

verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Zeer zeldzaam. Rode lijst. Zeer zeldzaam.
Wallonië: Zeer zeldzaam in de Ardennen en het Zoniënwoud. Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. deel 3 (1839)
|

English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 4, J.E. Sowerby (1865)
|

British entomology, deel 8, J. Curtis (1823-1840)
|

British phaenogamous botany, deel 6: W. Baxter (1834-1843)
|
|