|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Geel monnikskruid - Nonea lutea
Frysk
English-Yellow Monk's-wort (Yellow Nonea, Yellow Ankanna)
Français-Nonnée jaune
Deutsch-Gelbes Mönchskraut
Synoniemen
Familie-Boraginaceae (Ruwbladigenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Nonea is genoemd naar J. Ph. Nonne. Lutea betelkent geel. De Nederlandse naam komt van de vorm van de vrucht die op een (monniks-)kap lijkt.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Eenjarig.
Plantvorm-Therofyt.
Hoofdbloei-Maart t/m mei.
Afmeting-10-40 cm.
|
|
|
|
Wortels
|
|
|
|
Stengels-De plant is grijsgroen door de groei van viltige, klier- en borstelharen.
|
|
|
|
Bladeren-De zittende, licht geoorde, vrij smalle, langwerpie bladen zijn stekelig (borstelig) behaard (langere verspreid staande borstelharen, heel dicht staande kortere haren en verspreid staande klierharen). Ze hebben een gave rand. lopen spits toe en zijn het breedst aan de basis.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijze heeft tot aan de top schutblaadjes. De gesteelde bleekgele (aan de basis groengele) bloemkroon is 10-15 mm, met kleine keelschubben. De toppen van de kroonslippen zijn veel lichter van kleur. De kroonbladen staan schuin rechtop en zijn iets ingeklemd door de kelk. De 6-8 mm lange, voor een deel enigszins paarsrode kelk is tot het midden gedeeld. heeft tien ribben. De gesloten kelk groeit na de bloei door (tot meer dan de dubbele lengte).
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een splitvrucht. De zaden zijn kapvormig met een verdikte rand. Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen op vochtige, maar goed gedraineerde, voedselrijke, zure tot basische grond. Ook op stenige grond.
Groeiplaatsen-Spoorbermen, graanakkers, grindhellingen en ruderale plaatsen.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit o.a. Rusland (landen rond de Zwarte en de Kaspische zee).
Nederland-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Vlaanderen-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Wallonië-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl