Naamgeving (Etymologie): Anchusa komt van het Griekse anchousa (blanketsel). Blanketsel is poeder om het gezicht blank te maken. Hoe dit in verband staat met deze planten is onbekend. Ochroleuca betekent geelwit en is afgeleid van ochra (oker) en leukos (wit).
Kruising: Geelwitte ossentong kan een bastaard vormen met Gewone ossentong (Anchusa x baumgartenii).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bloemen: Tweeslachtig. De bleekgele tot witte bloemen zijn 0,7-1 cm. De kelk is tot minder dan de helft ingesneden. De kelkslippen zijn stomp. Tanden met een witte rand.
Bodem: Zonnige, warme, open plaatsen op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalhoudende, vaak omgewerkte grond (zand en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Zeeduinen, ruigten (kalkrijke ruigten), puin en langs spoorwegen.
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa en het oostelijke deel van Midden-Europa. Met granen ingevoerd in West-Europa.
Nederland: Zeldzaam in de Hollandse duinen tussen Egmond en Wassenaar. Ingeburgerd tussen 1900 en 1924.
Vlaanderen: Niet in Vlaanderen.
Wallonië: Niet in Wallonië.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Curtis's Botanical Magazine, deel 39, S.T. Edwards (1814)
Curtis's Botanical Magazine, deel 63, W.H. Fitch (1836)