|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Gele lis - Iris pseudacorus
Frysk-Barchjeblom
English-Yellow Flag
Français-Iris des marais
Deutsch-Wasser-Schwertlilie
Synoniemen
Familie-Iridaceae (Lissenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Iris komt waarschijnlijk van het Griekse iris (regenboog), omdat de bloemen bij verschillende soorten uiteenlopende kleuren hebben of omdat de buitenste bloemdekslippen sierlijk gebogen zijn, als de regenboog. Pseudacorus betekent valse of schijn-Acorus (Kalmoes).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Geofyt of helofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m juli.
Afmeting-40-120 cm.
|
|
|
|
Wortels-Een forse kruipende en zich vertakkende wortelstok.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande, gladde, niet behaarde stengels zijn rond en naar boven toe vertakt.
|
|
|
|
Bladeren-Zwak giftig. De iets blauwachtig groene bladeren zijn zwaardvormig en 1-3 cm breed. Ze hebben een verdikte middennerf. De meeste bladeren staan aan de voet in twee rijen met om elkaar heen grijpende scheden. De wortelstandige zijn ongeveer even lang als de stengel.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemschede bestaat uit twee lancetvormige, groene kleppen. De bloemstelen zijn even lang als of langer dan het vruchtbeginsel. De reukloze, gele bloemen staan met twee of drie aan de top van hoofdas en zijassen. De buitenste drie bloembladen zijn 4-8 cm. Deze zijn breed spatelvormig of eivormig, met een naar buiten gekromde plaat. De binnenste drie, rechtopsstaande bloemdekbladen zijn lijnvormig, veel korter en komen niet boven de stempels uit. Het vruchtbeginsel is onderstandig. Op de buitenste bloemdekslippen zit een honingmerk in de vorm van een donkergele vlek met een bruine zigzagsgewijs lopende lijn erom en meerdere gekleurde lijntjes die verwijzen naar de honing.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. De 4-5 cm lange vruchten zijn stomp driekantig met een kort spitsje. Ze bevatten drie rijen, op elkaar gestapelde, gladde, bruine, platte zaden. Ze drijven op het water en zo wordt de soort verspreid. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig.
|
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke grond en in ondiep matig voedselrijk tot voedselrijk, stilstaand of zwak stromend, zoet water.
Groeiplaatsen-Verlandingsvegetaties, moerasbossen, bronbossen, beekbegeleidende loofbossen, wilgengrienden, langs sloten, kanalen, beken, rivieren, plassen, poelen, meren, aanspoelselgordels op rivieroeverwallen, verruigd grasland, nat hooiland, duinvalleien, langs voedselrijk geworden heidevennen en langs hoogveenwijken.
Verspreiding
Wereld-Europa, West-Azië en Noordwest-Afrika.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Vrij algemeen.
Toepassingen
Gele lis wordt ook in tuinvijvers gekweekt. De vijver moet wel enige omvang hebben, anders groeit de vijver snel dichtr. In de tuin kan vermeerdering zowel via zaadvorming (zaden droog bewaren) als via scheuring plaats vinden.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl