Frysk-Giele moarnstjer, Gouden moarnstjer en Lytse moarnstjer English-Goat's-beard, Oriental Salsify and Meadow Salsify Français-Salsifis des prés, Salsifis d'Orient et Petit Salsifis Deutsch- Wiesen-Bocksbart, Östlicher Wiesen-Bocksbart und Kleiner Bocksbart Synoniemen-Boksbaard, Tragopogon orientalis Familie-Asteraceae (Composietenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Morgenster heeft te maken met de stervormige bloem, die alleen 's ochtends is geopend. Tragopogon komt van het Griekse tragos (bok) en pogon (baard), dus boksbaard, hetgeen slaat op het grofharige vruchtpluis. Pratensis betekent in weiden groeiend en orientalis is oostelijk of oosters. Ondersoorten-Er komen bij ons drie ondersoorten voor. Gele morgenster (Tragopogon pratensis subsp. pratensis), Oosterse morgenster (Tragopogon pratensis subsp. orientalis) en Kleine morgenster (Tragopogon pratensis subsp. minor). Kruising-Paarse morgenster kan een kruising vormen met Gele morgenster (Tragopogon x mirabilis). Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Tweejarig of meerjarig. Plantvorm-Hemikryptofyt. Hoofdbloei-Mei t/m juli. Afmeting-20-90 cm. Gele morgenster
Oosterse morgenster Kleine morgenster
Wortels-Een penwortel.
Stengels-De rechtopstaande stengels zijn niet of weinig vertakt en meestal kaal en bevatten wit melksap. Onder de bloemhoofdjes zijn ze niet of nauwelijks verdikt. Gele morgenster
Oosterse morgenster
Kleine morgenster
Bladeren-Eerst wordt er een rozet gevormd. De verspreidstaande, smal langwerpige tot lijnvormige bladen zijn lang toegespitst en hebben een gave rand. Gele morgenster
Oosterse morgenster
Kleine morgenster
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen zijn alleen 's ochtends geopend en sluiten al weer tegen de middag (vandaar de naam morgenster). De gele bloemen zijn 3-7 cm. Er zijn alleen lintbloemen. Het vruchtbeginsel is bovenstandig met stijl en twee stempels. De stijlen zijn geel. De meestal acht tot tien omwindselbladen kunnen korter of langer zijn dan de bloemen. Gele morgenster
Oosterse morgenster
Kleine morgenster
Vruchten en zaden-De zaden zijn gesnaveld, met gesteeld vruchtpluis van veervormige (in paren tegenoverstaande) haren, die in elkaar grijpen. De buitenste nootjes zijn (inclusief de snavel) 1-2,5 cm. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig. Gele morgenster
Oosterse morgenster
Kleine morgenster
Biotoop Bodem-Gele morgenster-Zonnige, iets open tot grazige plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke, humushoudende, al of niet kalkhoudende grond. Groeiplaatsen-Gele morgenster-Bermen, ruige grazige plaatsen, licht ruderaal grasland, vochtig bemest grasland, hoge delen van uiterwaarden, hooiland, rivierdijken, langs spoorwegen, enigszins ruderale plaatsen in de duinen, plantsoenen en omgewerkte grond. Verspreiding Wereld-Gele morgenster-Europa. Oosterse morgenster-Europa. Kleine morgenster-Europa. Nederland-Gele morgenster-Inheems. Algemeen.
Oosterse morgenster-Inheems. Zeldzaam.
Kleine morgenster-Inheems. Zeldzaam. Vlaanderen-Gele morgenster-Inheems. Vrij algemeen. Oosterse morgenster-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam. Kleine morgenster-Inheems. Vrij algemeen. Wallonië-Gele morgenster-Inheems. Vrij algemeen. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |